Loading

Aanpassingen van afdruk- en scankwaliteit opgeven

De aanpassingen in de afdruk- en scankwaliteit hebben invloed op alle afdrukopdrachten.

  1. Open de Settings Editor en ga naar: [Voorkeuren]  → [Systeemaanpassingen].

    [Systeemaanpassingen] (tabblad)
  2. Ga naar het gedeelte [Aanpassingen afdrukkwaliteit].

    Instellingen voor aanpassingen van afdrukkwaliteit

Aanpassen wanneer en hoe lang de fixatieband moet worden gereinigd

Gebruik de instelling [Niveau automatisch reinigen fixatieband] om de frequentie en tijd aan te passen die gebruikt wordt voor het verversen van de fixeerrol.

Instelling [Niveau automatisch reinigen fixatieband]

Een kleurzweem op een witte achtergrond verwijderen

Gebruik de instellingen [Kleurzweem corrigeren: Cyaan], [Kleurzweem corrigeren: Magenta], [Kleurzweem corrigeren: Geel] en [Kleurzweem corrigeren: Zwart] om het standaard correctieniveau per kleur aan te passen.

Instelling [Kleurzweem corrigeren: Cyaan]

Voer een kalibratie van de printer en materiaalfamilie uit na het wijzigen van deze instellingen.

Witte hiaten tussen gebieden verwijderen

Gebruik de instelling [Witte vlakken corrigeren] om het standaardniveau van witte vlakken-correctie aan te passen.

Instelling [Witte vlakken corrigeren]

Voer een automatische gradatieaanpassing uit als u de instellingen hebt gewijzigd.

Modus lage temperatuur omgeving

Schakel de instelling [Modus lage temperatuur omgeving] in om de afdrukkwaliteit voor opdrachten op zwaar papier te verhogen, maar met verlies van afdruksnelheid

Instelling [Modus lage temperatuur omgeving]

Ongelijkmatige glans verwijderen

Gebruik de instelling [Ongelijkmatige glans corrigeren] om het niveau van ongelijkmatige glans te verminderen.

Instelling [Ongelijkmatige glans corrigeren]

Drumtemperatuur aanpassen

Gebruik de instelling [Drumtemperatuur aanpassen] om de temperatuur van de drum aan te passen. Verhoog de drumtemperatuur om gedeeltelijke vervormingen of dunne witte lijnen te verwijderen die kunnen worden geproduceerd in een omgeving met een hoge temperatuur of vochtigheid

Instelling [Drumtemperatuur aanpassen]

Schakel speciale effening in

Gebruik de optie [Speciale effening] om gekartelde contouren vloeiender weer te geven.

Instelling [Speciale effening]

Geef de prioriteitsmodus voor fixatietemperatuur op

Gebruik de instelling [Prioriteitsmodus voor fixatietemperatuur] om prioriteit te geven aan de productiviteit of beeldkwaliteit voor opdrachten met gemengd materiaal. Selecteer de waarde die het beste past bij uw kwaliteitsvereisten en het materiaal dat u het meest gebruikt.

Tabel 1. Extra informatie over het type en gewicht van het materiaal

Materiaal

Type/gewicht

Dun materiaal

Ongecoat 60 g/m2 - 180 g/m2 (16 lb bond - 66 lb cover)

Gecoat 80 g/m2 - 180 g/m2 (16 lb bond - 66 lb cover)

Standaardmateriaal

Ongecoat 60 g/m2 - 300 g/m2 (16 lb bond - 110 lb cover)

Gecoat 106 g/m2 - 256 g/m2 (28 lb bond - 95 lb cover)

Zwaar A-materiaal

Ongecoat 129 g/m2 - 400 g/m2 (79 lb bond - 148 lb cover)

Gecoat 129 g/m2 - 256 g/m2 (79 lb bond - 96 lb cover)

Zwaar B-materiaal

Ongecoat 129 g/m2 - 400 g/m2 (79 lb bond - 148 lb cover)

Gecoat 129 g/m2 - 400 g/m2 (79 lb bond - 148 lb cover)

Documenten met zeer dunne lijnen scannen

  1. Ga naar het gedeelte [Aanpassingen scankwaliteit].

    Instellingen voor aanpassingen van scankwaliteit
  2. Schakel de instelling [Voorkomen van uitlopen] uit om documenten met zeer dunne lijnen te kunnen scannen.

    Instelling [Voorkomen van uitlopen]