U kunt inhoud van gescande pagina's uitlijnen. Het doel van deze bewerking is de marge van elke pagina op dezelfde locatie te plaatsen.
Vraag: Waarom wordt de inhoud van bepaalde pagina's niet uitgelijnd?
Antwoord: De inhoud van de geselecteerde pagina's wordt uitgelijnd met het object dat op de huidige pagina is geselecteerd. Als het object op een of meer pagina's niet voorkomt, wordt de inhoud van de betreffende pagina's niet uitgelijnd. Tip: selecteer [Stapelweergave] en controleer of u een groen object in het geselecteerde gebied ziet.
Selecteer de gescande pagina's die u wilt opschonen. Klik op [Selecteren] - [Gescande pagina's] om alle gescande en gerasterde pagina's te selecteren.
Een paginabereik selecteren: selecteer een pagina in de structuurweergave, druk op <Shift> en selecteer een andere pagina.
Niet-opeenvolgende pagina's selecteren: selecteer een pagina in de structuurweergave, druk op <Ctrl> en selecteer meerdere niet-opeenvolgende pagina's.
Klik op [Pagina's] en [Reinigen].
Raster zo nodig de pagina's die niet worden herkend als gescande pagina's.
Klik op de tab [Uitlijnen].
Selecteer in de structuurweergave de gescande pagina's die u wilt opschonen.
[Uitlijning]
[Object uitlijnen]
U selecteert een object, bijvoorbeeld het bedrijfslogo, met het selectiehulpmiddel. Het object wordt dan op dezelfde positie uitgelijnd voor alle geselecteerde pagina's. Onthoud dat de volledige pagina-inhoud wordt verplaatst met het geselecteerde object. Als het object op een of meer pagina's niet voorkomt, wordt de inhoud van de betreffende pagina's niet uitgelijnd.
[Inhoud uitlijnen met:]
De inhoud van de pagina wordt uitgelijnd op een bepaalde locatie op de pagina. U geeft die locatie op met de beschikbare hulplijnen.
De pagina-inhoud gaat verloren wanneer deze van de pagina wordt verschoven. Gebruik in dit geval [Ongedaan maken] voor de uitlijning.
Klik op [Toepassen] om de gescande pagina-inhoud uit te lijnen.