U kunt de waarden in de opdrachtbon rechtstreeks gebruiken voor de bijbehorende instellingen in het printerstuurprogramma. Alle beschikbare printers die de [Printertoewijzingen] ondersteunen, zijn beschikbaar in het gedeelte [Printertoewijzingen].
U kunt de volgende typen opdrachtbonitems gebruiken: [Keuze], [Ja/nee], [Tekst] en [Nummer].
U kunt de waarden gebruiken van de opdrachtbon in:
[Alle printers]
De waarden van de opdrachtbon worden gebruikt voor alle printerstuurprogramma's.
Specifieke printers
De waarden van de opdrachtbon worden gebruikt voor een specifiek printerstuurprogramma. Opdrachtboninstellingen voor een specifieke printer krijgen voorrang boven de instellingen voor alle printers.
U kunt de waarden van de opdrachtbon bij verschillende printerstuurprogramma's ook verschillend gebruiken.
U kunt een opdrachtbonitem toewijzen aan meerdere printerinstellingen in het printerstuurprogramma. U kunt bijvoorbeeld de waarde Intern rapport selecteren voor het opdrachtbonitem Documenttype. Vervolgens kunt u Intern rapport toewijzen aan de printerinstellingen Dubbelzijdig afdrukken (aan) en Nieten (uit). Wanneer een gebruiker opgeeft dat het documenttype een intern rapport is, wordt het document dubbelzijdig afgedrukt zonder nietje.
Klik op [Orderverwerking] - [Bontoewijzingen] - [Printertoewijzingen].
Selecteer of u de opdrachtboninstellingen wilt gebruiken in:
[Alle printers]
Een specifieke printer
Selecteer een [Opdrachtbonitem].
De mogelijke waarden voor dit [Opdrachtbonitem] en de [Printerparameters] worden weergegeven. Er moet ten minste één printer met ondersteuning voor [Printertoewijzingen] worden geïnstalleerd om items te zien in de [Printerparameters].
Selecteer een van de waarden en selecteer de bijbehorende printerparameter.
Herhaal de bovenstaande stappen voor elk opdrachtbonitem dat u wilt gebruiken in het printerstuurprogramma.
Klik op [Opslaan].