Opdrachtinstellingen worden doorgaans geconfigureerd tijdens de voorbereiding van opdrachten. U kunt besluiten om de instellingen van een afdrukopdracht te wijzigen nadat u de eerste set van een afdrukopdracht hebt gecontroleerd, na een proefafdruk of nadat u een opdrachtbon hebt afgedrukt. U kunt de instellingen extern wijzigen met PRISMAsync Remote Manager of lokaal op het bedieningspaneel.
Druk op [Opdrachten].
Ga naar de locatie van de opdracht.
Selecteer de opdracht die u wilt wijzigen.
Druk op [Bewerk] of dubbelklik op de taak om het venster [Bewerk] te openen.
Controleer de opdrachtgegevens in het venster [Origineel] (1).
Wijzig de instellingen in het venster [Afwerking] (2).
Wijzig de instellingen in het venster [Opdracht] (3).
Gebruik de optionele functie [Paginaprogrammering] (5), indien nodig.
Controleer het resultaat van de gewijzigde instellingen in het realistische voorbeeld (4).
Druk op [OK]