Wanneer u een kopieer- of scanopdracht start, gebruikt u de zoomfunctie om een beeld te verkleinen of te vergroten.
De printer past de schaal van het beeld automatisch aan het formaat van de pagina aan. Als u de zoomfactor handmatig wilt wijzigen, gebruikt u de knoppen + en - van de zoomfunctie. Wanneer u originelen met een aangepast papierformaat hebt, gebruikt u de glasplaat.
De zoomfunctie van de origineleninvoer werkt anders dan de zoomfunctie van de glasplaat.
In de volgende tabel ziet u de zoomfunctie van de origineleninvoer
Illustratie |
Omschrijving |
---|---|
|
Het midden van het origineel is de oorsprong van het beeld. |
|
Resultaat van een scan met een zoomfactor van 100%. |
|
Resultaat van een scan met een zoomfactor van 50%. |
|
Resultaat van een scan met een zoomfactor van 200%. |
In de volgende tabel ziet u de zoomfunctie van de glasplaat.
Illustratie |
Omschrijving |
---|---|
|
De linkerbovenhoek van de glasplaat is de oorsprong van het beeld. |
|
Resultaat van een scan met een zoomfactor van 100%. |
|
Resultaat van een scan met een zoomfactor van 50%. |
|
Resultaat van een scan met een zoomfactor van 200%. |