Een materiaaldefinitie bestaat uit een verzameling gerelateerde materiaalelementen die bij een materiaalvermelding in de materiaalcatalogus horen.
In de varioPRINT iX-series bestaan drie soorten materiaalelementen: materiaal, materiaalfamilies en materiaalafdrukmodi.
In Settings Editor worden de materiaalelementen en uitvoerprofielen opgeslagen. De modus voor materiaal afdrukken bevat een verwijzing naar een van de uitvoerprofielen.
Als een printer het materiaal afdrukt, leest de printer de gerelateerde materiaalelementen en het bijbehorende uitvoerprofiel. Samen informeren deze elementen de printer over de wijze waarop het materiaal moet worden verwerkt en afgedrukt.
De materiaalcatalogus bevat alle materiaalvermeldingen die u kunt selecteren voor opdrachten. Voor materiaal met een ander substraat, materiaalgewicht of materiaalformaat bestaan afzonderlijke materiaalvermeldingen in de materiaalcatalogus.
Materiaalfamilies bundelen een reeks materialen met dezelfde fysieke kenmerken en hetzelfde materiaalgewicht. Materiaal dat alleen in formaat afwijkt, behoort tot dezelfde materiaalfamilie.
Er zijn drie modi voor het afdrukken van materiaal beschikbaar voor elke standaardmateriaalvermelding, met uitzondering van de standaardmateriaalvermelding voor ongecoat materiaal van 60-74 g/m² (40-45 lb text) en gecoat materiaal van 90-114 g/m² (60-80 lb text).
De drie modi voor het afdrukken van materiaal zijn:
Economy M1 NK
Standard M1 NK
Premium M1 NK
Voor het materiaal TopColor bestaan drie materiaalvermeldingen in de materiaalcatalogus: TopColor SRA3, TopColor A4 en TopColor A3. Het materiaal TopColor A4 is afkomstig uit het materiaalpakket. De materiaalvermeldingen TopColor SRA3 en TopColor A3 zijn gekopieerd uit TopColor A4.
De materiaalfamilie TopColor heeft drie modi voor materiaal afdrukken: de ingebouwde Economy M1 NK, Standard M1 NK en Premium M1 NK.
De modi voor materiaal afdrukken hebben verschillende uitvoerprofielen. De uitvoerprofielen TopColor ICC en TopColor ICC 1 zijn afkomstig uit het materiaalpakket. De key-operator heeft het uitvoerprofiel TopColor ICC 2 met PRISMAprofiler gemaakt.
U kunt een modus voor het afdrukken van materiaal kopiëren en een klein gedeelte van de eigenschappen voor de modus voor het afdrukken van materiaal aanpassen.
U kunt de vereiste modus voor het afdrukken van materiaal selecteren in de opdrachteigenschappen, in geautomatiseerde workflows, in transactieset-ups en in opdrachtbonnen.
In de onderstaande afbeelding wordt de geselecteerde modus voor het afdrukken van materiaal in de opdrachteigenschappen weergegeven.
Wanneer de serviceorganisatie een nieuwe materiaaldefinitie heeft voorbereid, ontvangt u een materiaalpakket. Een materiaalpakket is een zipbestand met een of meer materiaaldefinities en de bijbehorende uitvoerprofielen. U importeert een materiaalpakket uit de materiaalcatalogus.
Materiaalelementen geïmporteerd uit een materiaalpakket bevatten kenmerken en parameters met ingebouwde waarden. De waarden van de eigenschappen worden door de Canon-organisatie bepaald om de beste afdrukprestaties te bereiken.
In de onderstaande afbeelding en tabel worden de typen kenmerken en parameters van de materiaalelementen beschreven.
Materiaaleigenschappen |
Omschrijving |
|
---|---|---|
1 |
Materiaalkenmerken |
In materiaalkenmerken worden de algemene eigenschappen van het materiaal en het materiaalsubstraat beschreven. Sommige kenmerken kunnen worden gewijzigd, bijvoorbeeld de materiaalnaam en -formaat. |
2 |
Parameters voor materiaaloptimalisatie |
Met parameters voor materiaaloptimalisatie bepaalt u hoe de printer het materiaal verwerkt en afdrukt. Sommige parameters kunnen worden gewijzigd, bijvoorbeeld om het materiaal geschikt te maken voor vellen voor kwaliteitscontrole en om registratieaanpassingen toe te passen. |
3 |
Parameters voor materiaalafdrukmodi |
Met de parameters voor modi voor materiaal afdrukken bepaalt u hoe het materiaal wordt afgedrukt. De minimale afdruktussenruimte kan worden gewijzigd. |