De varioPRINT iX-series verzamelt de afdrukken in een of twee stapeleenheden met hoge capaciteit. Wanneer er extra afwerking plaatsvindt, worden de afdrukken via de stapeleenheid met hoge capaciteit naar de afwerkingseenheid van derden getransporteerd.
Locatie van het uitvoerproces |
|
---|---|
1 |
De registratie-uitvoermodule transporteert de afdrukken van de fixatiemodule naar de (eerste) stapeleenheid met hoge capaciteit. |
2 |
Een of twee stapeleenheden met hoge capaciteit verzamelen de afdrukken en werpen deze uit. |
Beschrijving van de papierbaan |
|
---|---|
1 |
De registratie-uitvoermodule ontvangt de afdrukken. |
2 |
De afdrukken worden getransporteerd naar de stapeleenheid met hoge capaciteit. |
3 |
Proefafdrukken, kalibratiekaarten, vellen voor kwaliteitscontrole en foutvellen komen automatisch binnen in de bovenste lade van de eerste stapeleenheid met hoge capaciteit. Voor kleine opdrachten kan aflevering in de bovenste lade nuttig zijn. |
4 |
De afdrukken worden verzameld in de stapellade. |
5 |
Wanneer een DFD (Document Finishing Device) is geïnstalleerd, transporteert de stapeleenheid met hoge capaciteit de afdrukken naar de afwerkingseenheid van derden. |
Met de stapeleenheid met hoge capaciteit kunt u grote aantallen afdrukken stapelen. De afdrukken worden verzameld in de stapellade. Wanneer een stapel in de stapellade voltooid is, wordt de schuifdeur geopend en wordt de uitwerplade met de stapel vóór de stapeleenheid met hoge capaciteit geplaatst. De deur wordt gesloten en de stapeleenheid met hoge capaciteit begint met de tweede stapel terwijl de uitwerplade uitgeworpen blijft tot de afdrukken worden verwijderd. Het stapelgedrag kan worden gewijzigd.
De uitvoer van het lange lichte materiaal in de stapeleenheid is verbeterd door ondersteuning met lucht. Standaard is de instelling voor ondersteuning met lucht ingeschakeld. U kunt de instelling voor ondersteuning met lucht uitschakelen in de Settings Editor wanneer de uitvoer van lang, licht materiaal niet optimaal is ( , sectie [Algemeen] ).
|
Omschrijving |
---|---|
1 |
De voordeur biedt toegang tot de registratie-eenheid en het papierpad. |
2 |
De voorklep biedt toegang tot de omslagringen en het papierpad. |
3 |
De schuifdeur beschermt de stapels. |
4 |
De bovenklep geeft toegang tot de papierbaan. |
5 |
Op het bedieningspaneel ziet u het vulniveau. Dit paneel bevat ook een knop waarmee u de stapel handmatig kunt uitwerpen. |
6 |
De afdrukken worden verzameld in de stapellade. |
7 |
De uitwerplade plaatst de voltooide stapel buiten de stapeleenheid met hoge capaciteit. |
8 |
In de bovenste lade worden de afdrukken van kleine opdrachten, proefafdrukken en foutvellen verzameld. |
In de onderstaande tabel wordt het stapelgedrag van de stapeleenheid met hoge capaciteit beschreven.
|
Beschrijving bedieningspaneel |
---|---|
1 |
De indicator voor een volle lade geeft de status van de stapellade aan. ![]() ![]() |
2 |
De stapelhoogte-indicator geeft het vulniveau van de stapellade aan. ![]() ![]() |
3 |
Met de uitwerpknop kunt u een stapel handmatig uitwerpen. Met het waarschuwingslampje van de uitwerpknop wordt de voortgang van de uitwerping van een stapel aangegeven.
|
4 |
De foutlocatie-indicator toont de locatie waar een fout is opgetreden. ![]() |
5 |
De foutindicator geeft aan dat er een fout is opgetreden. |