Configureer de algemene instellingen voor de operator en de orderbeheerder van de werkruimte [Orderverwerking].
Klik op [Orderverwerking] - [Algemene instellingen:] - [Algemene instellingen:].
U kunt de volgende instellingen configureren:
Instellen |
Omschrijving |
---|---|
[De operator toestaan de bestanden van opdrachten te wijzigen] |
Schakel deze optie in om de operator in staat te stellen de bestanden van verzonden opdrachten te wijzigen. Als deze optie is ingeschakeld, heeft de operator de volgende opties:
De klanten gaan ervan uit dat de bestanden precies zo worden afgedrukt als ze zijn verzonden. Als u deze optie inschakelt, is het niet langer gegarandeerd dat opdrachten ook inderdaad ongewijzigd worden afgedrukt. |
[Toestaan dat de orderbeheerder de orders wijzigt] |
Schakel deze optie in om de orderbeheerder in staat te stellen de verzonden orders te wijzigen. De orderbeheerder kan opdrachten toevoegen aan of verwijderden uit de orders. De orderbeheerder moet een order pas na een verzoek van de klant wijzigen. |
[Altijd order-id toevoegen aan onderwerp van e-mail] |
Schakel deze optie in om de order-id toe te voegen aan het onderwerpveld van elke e-mail die via deze toepassing wordt verzonden. De order-id moet aan het onderwerpveld worden toegevoegd om de order in de e-mailclient te identificeren. ![]() Deze optie moet zijn ingeschakeld als Microsoft Outlook is geïnstalleerd. De operator kan opdrachten maken en accepteren in Microsoft Outlook. |
[Overzicht van waarschuwingen] |
Wanneer u deze optie inschakelt, kan de operator het overzicht van waarschuwingen in [Orderverwerking] openen. De order wordt gecontroleerd op waarschuwingen voordat deze wordt verzonden. In het dialoogvenster [Overzicht van waarschuwingen] worden de gedetecteerde waarschuwingen weergegeven. De operator wordt aangeraden eventuele waarschuwingen op te lossen alvorens de order te verzenden. U wordt dus aangeraden de optie [Overzicht van waarschuwingen inschakelen] in te schakelen. |
[De orderbeheerder toestaan om opdrachten vanuit geïmporteerde orders aan operators toe te wijzen] |
Geïmporteerde orders kunnen meerdere opdrachten bevatten. Schakel deze optie in om de orderbeheerder in staat te stellen de opdrachten naar verschillende operators te verzenden. |
[Meldingen ontvangen bij ontvangst van een nieuwe order] |
De operator en de orderbeheerder ontvangen een melding wanneer er een nieuwe order wordt ontvangen. De meldingen zijn
|
[Huidig opdrachtnummer] |
Deze optie bevat het opdrachtnummer van de laatste opdracht. U kunt elk gewenst opdrachtnummer opgeven tot een maximumwaarde van 999999999. De volgende verzonden of geïmporteerde opdracht krijgt opdrachtnummer: [Huidig opdrachtnummer] + 1. |
[Huidig ordernummer:] |
Deze optie bevat het nummer van de laatste order. U kunt elk gewenst nummer opgeven tot een maximumwaarde van 999999999. De volgende verzonden of geïmporteerde order krijgt ordernummer: [Huidig ordernummer:] + 1. |
Klik op [Opslaan].
Stel het traceerniveau in de voor de werkruimte [Orderverwerking]:
[Foutopsporing]
Het traceerniveau [Foutopsporing] biedt het meest gedetailleerde logoverzicht.
[Fout]
De fouten worden vastgelegd.
[Info]
De fouten en informatieve berichten worden vastgelegd.
Als u het traceerniveau [Foutopsporing] instelt, heeft dit mogelijk invloed op de prestaties van de toepassing.