U kunt printers groeperen in printerclusters. U kunt het printercluster gebruiken voor belastingverdeling. Belastingverdeling wordt gebaseerd op de afdruksnelheid. Het doel is om de belasting zo te splitsen dat alle printers in het cluster tegelijkertijd klaar zijn met hun deel van de opdracht. Stel dat het cluster twee printers bevat. Printer A is twee keer zo snel als printer B. Wanneer u 60 exemplaren van een opdracht naar het printercluster verzendt, worden door printer A 40 exemplaren afgedrukt en door printer B 20 exemplaren.
Belastingverdeling wordt ook toegepast op documenten met variabele gegevens. Documenten met variabele gegevens worden gesplitst op basis van records. Eén record is gelijk aan één toegepaste rij van de gegevensbron. Bij handmatige invoer door de gebruiker wordt deze handmatige invoer beschouwd als één rij van een gegevensbron.
Klik op [Printerinstellingen].
Klik op het pictogram van het plusteken (+) om een printercluster te maken. U kunt ook een bestaand cluster selecteren om het cluster te bewerken.
Geef een naam op. De naam moet uniek zijn.
U kunt deze tekens gebruiken: 'a - z', 'A - Z', '0 - 9', '_' . Spaties zijn toegestaan.
Geef een beschrijving voor het printercluster op.
U kunt beschikbare printers naar de actieve printers slepen.
U kunt de afdruksnelheid opgeven van elke printer die u wilt toevoegen aan het cluster. De toepassing gebruikt de afdruksnelheid om de werkbelasting per printer te berekenen wanneer u belastingverdeling inschakelt. De afdruksnelheid is vaak gebaseerd op optimale papierformaten en geen afwerking. Wanneer u gebruikmaakt van andere papierformaten en/of afwerking, zal de afdruksnelheid lager zijn. U kunt de afdruksnelheid verlagen voor een betere berekening van de werkbelasting per printer.
Sleep actieve printers naar de beschikbare printers om printers uit het cluster te verwijderen.
Klik op [Opslaan].