Loading

De e-mailworkflow configureren

Inleiding

In dit onderwerp wordt de volledige configuratie van de e-mailworkflow beschreven.

U moet de e-mailinstellingen configureren in de werkruimte [Configuratie]:

  1. De SMTP-server van de repro en de e-mailinstellingen configureren

  2. Standaard-e-mailberichten maken

    U kunt standaard-e-mailberichten maken voor de klanten, fiatteurs, enzovoort. De e-mails kunnen in verschillende stadia tijdens de verwerking van een order worden verzonden. E-mails kunnen ook worden verzonden in bepaalde stadia van een workflow, bijvoorbeeld budgetbeheer.

  3. De operator in staat stellen extra bestanden toe te voegen aan e-mailberichten

  4. De operator in staat stellen de e-mailberichten voor verzending te bewerken

    U moet ook configureren of e-mailberichten worden verzonden naar de klanten, fiatteurs, enzovoort.

De SMTP-server van de repro en de e-mailinstellingen configureren

  1. Klik op [Systeem] - [Connectiviteit] - [E-mailinstellingen].

  2. Typ het e-mailadres van de repro.

    Wanneer u een ander e-mailadres typt voor een webshop, wordt dit e-mailadres overschreven. Zie: [Webshop] - <webshop> - [Contactgegevens] - [Contactgegevens].

  3. Typ de naam die wordt gebruikt in het veld 'Van' van het e-mailbericht. Bijvoorbeeld: 'Repro'.

  4. Geef de Cc-adressen op. U kunt meerdere e-mailadressen, gescheiden door een puntkomma (;), invoeren.

  5. De operator kan e-mailadressen toevoegen aan of verwijderen uit het veld 'Cc' wanneer u de optie [De operator toestaan CC-adressen toe te voegen] inschakelt.

  6. Configureer de SMTP-server.

    1. Typ het adres en het poortnummer van uw e-mailserver. Het standaardpoortnummer voor SMTP is 25.

      Neem contact op met de IT-afdeling voor meer informatie.

    2. Klik op de knop [Verbinding testen] om de verbinding met de e-mailserver te testen.

    Configureer de SMTP-verificatie.

    1. [SSL inschakelen]

      Selecteer deze optie als u een beveiligde SMTP-verbinding wilt maken. U moet het poortnummer bijwerken. Het standaardpoortnummer voor een SMTP-verbinding beveiligd met SSL is 587.

      Neem contact op met de IT-afdeling voor meer informatie.

    2. U kunt zelfondertekende certificaten voor de beveiligde verbinding toestaan.

      De SMTP-server kan zelfondertekende certificaten op dezelfde manier behandelen als een certificaat uitgegeven door een niet-vertrouwde certificeringsinstantie. Afhankelijk van het beleid, kan de verbinding worden verbroken of kan worden bepaald de e-mails toch te verzenden.

    3. Configureer de verificatie van de afzender.

      De waarde voor deze optie is afhankelijk van de wijze waarop de client de SMTP-server heeft geconfigureerd.

      Instellen

      Omschrijving

      [Anoniem]

      Selecteer deze waarde als er geen verificatie vereist is voor uw SMTP-server.

      [Aangepaste verificatie]

      Sommige SMTP-servers vereisen dat de afzender is geverifieerd. Typ een geldige PRISMAdirect-gebruiker met het bijbehorende wachtwoord.

      U kunt de knop [Verbinding testen] gebruiken om de opgegeven aanmeldgegevens te controleren.

  7. U wordt aangeraden een testbericht te verzenden om uw configuratie van de SMTP-server te controleren.

  8. Klik op [Opslaan].

Standaard-e-mailberichten maken

  1. Klik op [Orderverwerking] - [Werkstroomconfiguratie] - [E-mailsjablonen].

  2. Selecteer de e-mailsjabloon die u wilt configureren.

  3. Klik op een taal om het e-mailbericht in die taal te configureren. De beschikbare talen worden net boven het onderwerpveld weergegeven. De beschikbare talen komen overeen met de actieve talen voor PRISMAdirect. Zie: [Systeem] - [Actieve talen voor systeem].

  4. Maak het e-mailbericht.

    • Typ de tekst. Gebruik de pictogrammen om verschillende lettertypen, tekstkleuren, tekstuitlijning, enzovoort te gebruiken.

    • U kunt afbeeldingen toevoegen, bijvoorbeeld uw bedrijfslogo.

    • U kunt de order- en productitems gebruiken als variabelen. Sleep de variabele naar de gewenste positie in het bericht. Een variabele wordt weergegeven tussen percentagesymbolen (%). U kunt ook een vaste tekst voor het label opgeven.

      U kunt de productitems alleen gebruiken voor opdrachten. Sleep het lay-outitem [Opdrachtgegevens (per opdracht)] naar het e-mailbericht om een opdrachtspecifiek tekstvak te maken.

    • U kunt een hyperlink naar de order opnemen in uw e-mail. Sleep [Hyperlink naar order] naar het bericht. Als de klant op de hyperlink klikt, wordt een webpagina met de betreffende order geopend.

    Klik op [Standaard herstellen] om het standaarde-mailbericht opnieuw te gebruiken. U wijzigingen worden genegeerd.

  5. U kunt configureren welke bestanden automatisch worden toegevoegd aan het e-mailbericht.

    • Selecteer de optie [Voeg het document bij] om het definitieve PDF-bestand aan het e-mailbericht toe te voegen.

    • Selecteer de optie [De bonnen bijvoegen] om de opdrachtbon aan het e-mailbericht toe te voegen.

    • Selecteer de optie [Preflightrapport bijvoegen] om het preflightrapport aan het e-mailbericht toe te voegen.

    De operator kan extra bestanden aan een e-mailbericht toevoegen als de optie [De operator toestaan bestanden toe te voegen aan e-mailberichten] is ingeschakeld. Zie procedure De e-mailworkflow configureren.

  6. Klik op [Voorbeeldweergave e-mailbericht] om uw e-mailbericht te controleren.

  7. Klik op [Opslaan].

  8. Herhaal deze stappen voor alle e-mailsjablonen.

De operator in staat stellen extra bestanden toe te voegen aan e-mailberichten

  1. Klik op [Orderverwerking] - [Werkstroomconfiguratie] - [Algemene instellingen] - [Andere instellingen].

  2. [De operator toestaan bestanden toe te voegen aan e-mailberichten]

    U kunt de e-mailsjablonen definiëren in het gedeelte [E-mailsjablonen]. In dat gedeelte kunt u tevens opgeven welke bestanden standaard moeten worden toegevoegd aan de e-mails. Als u deze optie inschakelt, kunt u de operator in staat stellen extra bestanden toe te voegen aan e-mailberichten naar de klant.

  3. Klik op [Opslaan].

De operator in staat stellen de e-mailberichten voor verzending te bewerken

  1. Klik op [Orderverwerking] - [Werkstroomconfiguratie] - [Algemene instellingen].

  2. Selecteer een van de orderstatuswijzigingen die de verzending van een e-mail activeren, bijvoorbeeld Order geaccepteerd.

    De e-mails kunnen in verschillende stadia van de verwerking van een order worden verzonden. E-mails kunnen ook in bepaalde stadia van een workflow worden verzonden, bijvoorbeeld Goedkeuring van prijs van de workflow voor budgetbeheer.

  3. Schakel de optie [E-mail verzenden] in als u een e-mail wilt verzenden op het moment dat de order een bepaalde status krijgt. U kunt verschillende opties selecteren voor het verzenden van een e-mail:

    • [Altijd]

      Het e-mailbericht voor de betreffende wijziging van de orderstatus wordt altijd verzonden naar de klant.

    • [Op verzoek van klant]

      Het e-mailbericht voor de betreffende wijziging van de orderstatus wordt alleen verzonden naar de klant als de klant hierom heeft gevraagd.

    • [Een e-mail naar de klant verzenden]

      Het e-mailbericht voor de betreffende wijziging van de orderstatus wordt altijd verzonden naar de klant.

    • [Een e-mail naar de operators verzenden]

      Het e-mailbericht voor de betreffende wijziging van de orderstatus wordt altijd verzonden naar de operator.

  4. [Bewerking van het e-mailbericht vóór verzenden toestaan]

    Er zijn standaard-e-mailberichten gemaakt voor de orderstatuswijzigingen die de verzending van een e-mail activeren. Wanneer u deze optie inschakelt:

    • Bij een bepaalde orderstatuswijziging wordt het betreffende standaard-e-mailbericht geopend.

    • De operator kan het e-mailbericht wijzigen.

    • De operator moet het e-mailbericht handmatig verzenden.

    Wanneer u deze optie uitschakelt, wordt een standaard-e-mailbericht automatisch verzonden.

    De meeste, maar niet alle triggers bevatten de optie [Bewerking van het e-mailbericht vóór verzenden toestaan].

  5. Klik op [Opslaan].