U moet een importmap stoppen voordat u deze kunt bewerken of verwijderen.
Open [ Hot Folder Administration ] en klik op [Nieuw].
Voer een naam in voor de importmap.
Geef de invoer- en uitvoermap op. U kunt de logboekbestanden opslaan in een speciale map.
U kunt de mappen van een importmap in een netwerkpad maken. Controleer of het account waarmee de 'Hot folders for PRISMAprepare'-service wordt uitgevoerd, toegang heeft tot het netwerkpad. Zie De importmappen voor een netwerk configureren voor meer informatie.
[Invoerbestanden opslaan]
Aangevinkt
De bestanden in de invoermap worden opgeslagen in de uitvoermap.
Niet aangevinkt
De bestanden in de invoermap worden verwijderd nadat ze zijn verwerkt door de importmap.
[Verwerkte bestanden opslaan]
Aangevinkt
De verwerkte bestanden worden opgeslagen in de uitvoermap.
Niet aangevinkt
De verwerkte bestanden worden uit de uitvoermap verwijderd. Het verwerkte bestand wordt bijvoorbeeld afgedrukt of opgeslagen door een van de automatiseringssjablonen van de importmap. U hoeft het verwerkte bestand in de uitvoermap hierna niet op te slaan.
Geef de indeling voor de namen van de uitvoerbestanden op. U kunt de volgorde van de bestandnaam, de datum en de tijd instellen. U kunt ook een vaste tekst voor de bestandsnaam opgeven.
Deze optie is beschikbaar als een van de volgende opties is ingeschakeld of als ze allebei zijn ingeschakeld: [Invoerbestanden opslaan] en [Verwerkte bestanden opslaan].
U moet ten minste één filter toewijzen aan een importmap.
Klik op [Toevoegen] in het gedeelte [Filters].
Geef een geldig masker op in het veld [Filter].
Als het masker overeenkomt met de bestandsnaam bij [Invoermap], worden de aan dit filter toegewezen automatiseringssjablonen uitgevoerd.
U kunt voor het masker de standaardjokertekens '*' en '?' gebruiken. Bijvoorbeeld: a4*.pdf wordt bijvoorbeeld toegepast op alle PDF-bestanden die beginnen met a4.
Selecteer de toegestane bestandstypen.
U moet ten minste één automatiseringssjabloon toewijzen aan het filter:
Klik op [Toevoegen] in het gedeelte [Automatiseringssjablonen].
Selecteer de automatiseringssjabloon die u aan het filter wilt toewijzen. De lijst met sjablonen is opgegeven in PRISMAprepare Hotfolders.
Gebruik de knoppen [Omhoog] en [Omlaag] om de sjablonen in de juiste volgorde te zetten. De sjablonen worden in de opgegeven volgorde toegepast op het bestand.
[Aantal sets:]
[Gedefinieerd door automatiseringssjabloon]
De automatiseringssjabloon bepaalt hoe vaak de verwerkte bestanden moeten worden afgedrukt.
[Aangepast]
U bepaalt het aantal sets. Deze instelling overschrijft alle instellingen in de [Automatiseringssjablonen].
[Printer:]
[Gedefinieerd door automatiseringssjabloon]
De automatiseringssjabloon bepaalt op welke printer de verwerkte bestanden moeten worden afgedrukt.
[Aangepast]
U bepaalt welke printer wordt gebruikt. Deze instelling overschrijft alle instellingen in de [Automatiseringssjablonen].
Klik op [OK].
De importmap wordt gemaakt en toegevoegd aan [ Hot Folder Administration ].