De printer maakt gebruik van twee uv-lampen – één aan elke zijde van de wagen – om de inkt tijdens het printen onmiddellijk uit te harden. Deze uv-lampen hebben een beperkte gebruiksduur en moeten door de operator worden vervangen wanneer ze defect zijn of wanneer ze de inkt niet meer op het maximale beschikbare vermogen kunnen uitharden.
Alhoewel de minimale werkingsduur van uv-lampen 1000 uur bedraagt, zijn er factoren die de verwachte levensduur kunnen verkorten. Verschillende zaken, zoals de lampen vaak aan en uit zetten, ze de hele tijd op hoge intensiteit gebruiken of de lampen aanraken met de vingers kunnen de levensduur ervan verkorten. Canon Production Printing raadt aan de beide uv-lampen tegelijkertijd te vervangen om te verzekeren dat het uithardingseffect gebalanceerd is wanneer er in beide richtingen wordt geprint. Bij voortijdige uitval of breuk van een lamp, kan de operator beslissen of slechts een lamp te vervangen. In dit geval moet na het vervangen wel de consistentie van de afbeelding worden gecontroleerd. Ongelijkmatige uitharding kan tot glanzende stroken in de geprinte afbeelding leiden.
Het pictogram Flatbed-instellingen op de printerinterface staat de operator in stelt om de vermogensuitvoer van elke uv-lamp afzonderlijk te regelen. Voor een langere gebruiksduur van de lamp dient u de laagste instelling te gebruiken die zorgt voor voldoende uitharding voor het desbetreffende materiaal. Vermijd aanraking van materiaal met onvoldoende uitharding, gedeeltelijk uitgeharde uv-inkt op de huid kan irritatie en overgevoeligheid veroorzaken.
De uv-lampen en de wagenbeveiliging kunnen heet zijn als de printer in bedrijf is geweest. Raak een lampeenheid pas aan nadat deze is afgekoeld.
De uv-lampen bevatten kwik, en de damp die vrijkomt als ze breken is giftig. De lampen moeten volgens de plaatselijke regelgeving worden verwijderd.
Zorg dat u katoenen of nitrilhandschoenen draagt als u de uv-lampen aanraakt. Vermijd huidcontact met de uv-lampen. Verbindingen afkomstig van de huid die op de uv-lamp achterblijven, kunnen bij verhitting permanent op het oppervlak van de lamp worden ingebrand. Een verontreinigde lamp kan voortijdig uitvallen.
De behuizingen voor de twee uv-lampen bevinden zich aan de beide kanten van de wagen. Als u de printer bekijkt vanaf de zijde waar de Start-knop is geplaatst, is de rechterlamp te vinden aan de thuiskant waar de wagen wordt geparkeerd als deze inactief is. Om de lampen te vervangen selecteert u Uv-lamp vervangen uit het menu Onderhoudshulpmiddelen in het tabblad Onderhoud. Verplaats de wagen voor de uv-lamp die u wilt vervangen. Zet de teller op nul nadat u de lamp hebt vervangen.
Voor het vervangen van de uv-lampen hoeft de voeding van de printer niet uitgeschakeld te worden. Zorg wel dat de lampen zelf zijn uitgeschakeld. Hiervoor heft u in de gebruikersinterface de selectie van het lamp-pictogram op. Wacht vervolgens enkele minuten totdat de lamp is afgekoeld.
Let op de richting van het keramische uiteinde in de borgclip, zodat u de nieuwe lamp op dezelfde plek kunt plaatsen. De clip klemt vast aan het smalle keramische deel aan het einde van de lamp.
De oude uv-lampen moeten volgens de plaatselijke regelgeving worden verwijderd.