U kunt de meeste beschikbare instellingen in PRISMAprepare toevoegen aan een automatiseringssjabloon. U kunt aan de sjabloon bijvoorbeeld bewerkingen toevoegen om gescande pagina's op te schonen. Bijna alle VDP-instellingen worden echter uitgeschakeld. U kunt de toegestane instellingen selecteren via het menu, de weergave [Structuur] en de weergave [Afdrukvoorbeeld]. De instellingen die u selecteert bij de registratie van een automatiseringssjabloon worden daadwerkelijk toegepast op het document. De enige instelling die niet wordt toegepast, is de afdrukopdracht.
Klik op [Document] - [Een nieuwe sjabloon maken]. Of:
Klik op [Extra] - [Automatiseringssjablonen] - [Catalogus met automatiseringssjablonen]. Klik op [Nieuw].
Klik op [Maken].
Begin met het maken van de automatiseringssjabloon:
U kunt de meeste beschikbare instellingen in PRISMAprepare toevoegen aan een automatiseringssjabloon. U kunt aan de sjabloon bijvoorbeeld bewerkingen toevoegen om gescande pagina's op te schonen. Bijna alle VDP-instellingen worden echter uitgeschakeld. U kunt wel VDP-instellingen toevoegen aan een automatiseringssjabloon. Doe het volgende:
Voordat u een nieuwe automatiseringssjabloon maakt, gaat u naar de werkruimte VDP.
Open een document en pas alle VDP-instellingen toe die u wilt gebruiken in de automatiseringssjabloon.
Klik op [VDP exporteren] en sla de VDP-instellingen als XML-bestand op een schijf op.
Begin nu met het maken van de nieuwe automatiseringssjabloon.
Ga naar de werkruimte VDP en klik op [VDP importeren].
Blader naar de locatie van het bestand met de VDP-instellingen en klik op [Openen].
Alle geïmporteerde VDP-instellingen worden toegevoegd aan de automatiseringssjabloon.
De gegevensbron en afbeeldingen moeten zich op dezelfde locatie bevinden als toen u de VDP-instellingen exporteerde. Als de locatie wordt gewijzigd, worden de koppelingen naar deze variabelen ongeldig in het XML-bestand.
De geselecteerde instellingen en uitgevoerde handelingen worden weergegeven in het gedeelte voor afdrukgegevens.
Klik op de knop [Ongedaan maken] om selecties of handelingen van de sjabloon te verwijderen.
Klik op [Stoppen] om de automatiseringssjabloon te voltooien.
Klik op [Ja] om de sjabloon op te slaan.
Typ een naam en een beschrijving voor de automatiseringssjabloon.
Schakel de optie [Toevoegen aan keuzelijst] in om een sjabloon toe te voegen aan de [Keuzelijst]. De [Keuzelijst] is een onderdeel van de [Catalogus met automatiseringssjablonen]. U kunt een sjabloon toepassen op een document zonder de [Catalogus met automatiseringssjablonen] te openen.
Klik op [OK].
De sjabloon wordt opgeslagen en toegevoegd aan de sjablooncatalogus.