Loading

Workflow voor transactieprinten

Als er een licentie is voor transactieprinten (IPDS of PCL), kunt u de printer in de modus voor transactieprinten laten werken. Een IPDS- of PCL-host stuurt een streamopdracht naar een speciale poort van de printer. De modus voor transactieprinten is geschikt voor afdrukomgevingen met grote aantallen vertrouwelijke gegevens, zoals facturen, cheques en salarisstroken.

Typisch voor de modus voor transactieprinten is dat de niet-variabele gedeelten van een afdrukopdracht eerst worden opgeslagen op de afdrukserver en vervolgens worden samengevoegd met de variabele gedeelten van de afdrukopdracht.

Opdrachtworkflow voor de modus voor transactieprinten

Voor uw dagelijkse werkzaamheden kunt u schakelen tussen transactieprinten en documenten afdrukken zonder de printer opnieuw op te starten.

Wanneer de modus voor transactieprinten actief is, accepteert de printer ook PDF- en PostScript-opdrachten. In PRISMAsync worden deze opdrachten echter pas verwerkt wanneer u de modus voor transactieprinten uitschakelt.

Verschillen tussen de twee afdrukmodi

De modus voor transactieprinten verschilt in meerdere opzichten van de modus voor het afdrukken van documenten:

  1. Alle gegevens in een verbindingssessie maken deel uit van dezelfde streamopdracht. Deze streamopdracht kan opdrachtscheidingen bevatten. Dan ziet u verschillende opdrachtnamen op het bedieningspaneel.

  2. De afdrukresolutie voor IPDS is 240, 300 of 600 dpi, of wordt automatisch gedetecteerd.

  3. Wanneer de opdrachten voor transactieprinten selectienummers voor papierladen bevatten, selecteert u een toewijzingsmethode. Het nummer van de papierlade wordt toegewezen aan een fysieke lade of aan materiaal uit de catalogus:

    • Lade aan materiaal toewijzen

      U wijst het nummer van de papierlade in de afdrukopdracht toe aan een fysieke papierlade. U selecteert materiaal in de materiaalcatalogus en koppelt dit aan een logische lade, aangeduid door een nummer. De printer wijst het materiaal van de logische lade toe aan de fysieke papierladen die dat materiaal bevatten. Op het bedieningspaneel ziet u welk materiaal nodig is voor de opdracht.

    • Lade aan lade toewijzen

      U bepaalt welke logische lade (aangegeven door een nummer) overeenkomt met een fysieke papierlade. De printer gebruikt het materiaal in de fysieke papierlade waarnaar de opdracht verwijst via een logische lade. Bovendien worden andere papierladen met dit materiaal gebruikt als dat nodig is. Op het bedieningspaneel ziet u welk materiaal nodig is voor de opdracht.

Setups voor transactieprinten

Een setup voor transactieprinten is een verzameling vooraf opgegeven instellingen voor een transactieopdracht, zoals uitvoerlocatie, gegevensresolutie, richting, wisselend stapelen, lettertypen vastleggen en logisch paginaformaat.

U kunt setups voor transactieprinten maken in de Settings Editor.

Werken in de modus voor transactieprinten

Als u wilt afdrukken in de modus voor transactieprinten, activeert u eerst de transactiemodus en maakt u verbinding met de IPDS- of PCL-host. Als u afdrukt in de modus voor transactieprinten, bevat de planning de soorten materiaal voor de streamopdracht. De planning kan niet voorspellen hoeveel tijd nodig is voor een streamopdracht.

Afbeelding aanpassen

U kunt een voorinstelling voor transactieprinten maken met een beeldverschuivingsdefinitie. Dit is handig om variabele gegevens, zoals namen en adressen, beter uit te lijnen op de pagina. U kunt de beeldverschuiving definiëren op het bedieningspaneel, maar ook in de Settings Editor.

Beveiligd foutherstel

Wanneer een opdrachtfout optreedt in de modus voor transactieprinten, vindt het herstel van de opdracht plaats vanaf de pagina die de fout heeft veroorzaakt. Als niet meerdere pagina's van hetzelfde document zijn toegestaan, bijvoorbeeld voor loterijen en bankrekeningen, moet u het gedrag van het foutherstel aanpassen. Als u beveiligd foutherstel selecteert in de Settings Editor, voert de printer geen uitvoerherstel uit en worden alle overige pagina's gewist. De stapel wordt vervolgens uitgeworpen wanneer de afgedrukte uitvoer naar de stapeleenheid met hoge capaciteit gaat. Als gevolg hiervan moet u de opdracht opnieuw verzenden.