Goed onderhouden printkoppen zijn belangrijk voor een goede beeldkwaliteit en een productieve printer. Bovendien is het duur om printkoppen te vervangen. De afdrukmodule zorgt ervoor dat de printkoppen voor, tijdens en na het afdrukken in optimale conditie blijven.
De printkopeenheid wordt naar de achterzijde van de afdrukmodule verplaatst wanneer een onderhoudsprocedure begint of wanneer de printer niet actief is.
Omschrijving |
|
---|---|
1 |
Printkopeenheid in de afdrukpositie. |
2 |
Printkopeenheid in de onderhoudspositie. |
Er zijn vier automatische processen om de nozzles te reinigen.
Afvegen met vochtige doek: inktresten die op de nozzle-plaat zijn achtergebleven, worden verwijderd door een stuk vochtig stoflint.
Verwijderen: er wordt vloeistof uitgestoten door elk nozzle om lucht, opgedroogde inktresten en vuil te verwijderen.
Afvegen met doek
Droog afvegen: de opgedroogde inktresten en het vuil die op de nozzle-plaat zijn achtergebleven, worden verwijderd met een droog doekje. Dit geldt voor de stoflinten D3.
Afvegen met vochtige doek: de opgedroogde inktresten en het vuil die op de nozzle-plaat zijn achtergebleven, worden verwijderd met een vochtig doekje. Dit geldt voor de stoflinten D4.
Afdrukken van teststippen of testlijnen: kleine inktdruppels of lijnen worden op de vellen gespoten.
Elke cassette bevat een stoflintrol. Voor elke inkt zijn twee cassettes beschikbaar voor het reinigen van de nozzle-plaat. Wanneer de stoflinten in de cassettes op zijn, moeten de cassettes worden vervangen.
Als het aantal niet-werkende nozzles een bepaalde drempelwaarde overschrijdt, is de functie voor de compensatie van nozzle-activiteit alleen niet voldoende om de afdrukkwaliteit te waarborgen. In dat geval kan de printer printkoponderhoud uitvoeren om het probleem van niet-werkende nozzles op te lossen.
Wanneer de printer meer dan 40 seconden op materiaal heeft afgedrukt en vervolgens omschakelt naar vellen die in de Z-richting (in tegengestelde invoerrichting) groter zijn, moet een leging met afvegen met een droge doek worden uitgevoerd.
In het volgende schema wordt aangegeven bij welke wijzigingen van materiaalformaat in de printer een leging met afvegen wordt gepland.
Procedure |
Wanneer uitgevoerd |
---|---|
Verwijderen |
|
Lange verwijdering |
|
Verschillende lange spoelbewerkingen |
|
"Maandagochten" verwijdering |
|
Afvegen met vochtige doek |
|
Opdracht voor herstellen van nozzles |
Een optionele opdracht voor het herstellen van nozzles kan dagelijks worden afgedrukt om haperende nozzles te voorkomen. |