Als u een opdracht wilt vouwen, moet u zorgen dat er een vouweenheid is geïnstalleerd en op de printer is geconfigureerd. Om uw vouwproces te optimaliseren, is de gemakkelijkste manier om eerst een sjabloon te maken voor een vouwopdracht in PRISMAproduce Tech en vervolgens een opdracht te verzenden.
Het wordt aangeraden om een specifiek sjabloon te maken en gebruiken in PRISMAproduce Tech om te vouwen. Stel in de sjabloon het volgende in:
De documenteigenschappen: beeldrichting, legendapositie en bestandsindeling. Zie De eigenschappen van het document instellen.
Stel de standaard CAD- of leesrichting in en selecteer de optie [Time-out voor automatische legendadetectie] in de [Geavanceerde instellingen]. Voor meer informatie, zie Geavanceerde instellingen.
De afdrukinstellingen: materiaal, lay-out, beeld en afwerking.
Het wordt aangeraden om het automatische gedrag voor materiaal te selecteren, [Elke soort], [Elk formaat], om het systeem het meest geschikte materiaal te laten opgeven. Materiaal van een rol die breder is dan 36 inch (91,44 cm) kan niet op de vouwer worden afgeleverd.
Voor PlotWave 750 en PlotWave 900, moet u het formaat en de stijl van het gevouwen pakket afstellen vanuit de tegel [Printuitvoer]. Zie De vouwinstellingen handmatig instellen.
Voor andere plotWAVE- en colorWAVE-printers selecteert u de juiste vouwsjabloon in de tegel [Printuitvoer].
Geef de sjabloon een herkenbare naam zodat u ziet dat deze voor vouwen bedoeld is. Voor meer informatie zie Nieuwe sjablonen maken
Selecteer een document.
Selecteer de PRISMAproduce Tech-vouwsjabloon.
Het is belangrijk een gevouwen uitvoer af te leveren waarvan de legenda zich aan de bovenkant van het gevouwen pakket bevindt. Als het door het geselecteerde materiaal en de printinstellingen niet mogelijk is de gevouwen uitvoer af te leveren met de legenda aan de bovenkant van het gevouwen pakket, dan wordt er een foutmelding weergegeven: [De legenda verschijnt niet bovenop het gevouwen pakket.]. U kunt de opdracht dan opnieuw verzenden.
U kunt de eigenschappen voor elk document aanpassen. Selecteer het document en klik op de knop [Eigenschappen]. Er wordt een pop-upvenster weergegeven waarin u de eigenschappen kunt wijzigen.
U kunt de afdrukinstellingen voor elk document aanpassen. Selecteer een document om de afdrukinstellingen weer te geven.
Controleer het volgende in het afdrukvoorbeeld:
- De positie van het beeld op het geselecteerde materiaal.
- Het deel van het beeld dat aan de bovenzijde van het gevouwen pakket komt.
Gebruik de knoppen voor snelle rotatie onder de voorbeeldweergave om het beeld gemakkelijk rechtsom of linksom te roteren. U kunt deze mogelijkheid gebruiken om de legenda correct op het materiaal te plaatsen.
Als u de instellingen van een vouwsjabloon zelf wilt wijzigen, moet u dit doen in de toepassing WebTools Express van de printer.
Als de opdracht gereed is om te worden afgedrukt, vult u de productie-instellingen van de opdracht in en klikt u op de blauwe knop [Afdrukken].