Loading

Een nieuw Crystal-rapport maken en toevoegen aan PRISMAdirect

In dit onderwerp wordt beschreven hoe u rapporten kunt maken met Crystal Reports, een programma van derden. U moet de gemaakte rapporten uploaden in PRISMAdirect.

Procedure

  1. Open Crystal Reports Editor en selecteer de rapportwizard om een rapport te maken.
  2. Selecteer de gegevensbron voor het rapport.
    1. Maak een nieuwe verbinding.
    2. Selecteer 'OLE DB (ADO)'.
    3. Selecteer 'Microsoft OLE DB-provider voor SQL Server'.
  3. Typ de aanmeldingsreferenties voor de geselecteerde gegevensbron.
    1. Selecteer de database PrintAccounting.
    2. De gebruiker is sa.
    3. Typ het wachtwoord voor de gebruiker sa. U hebt het wachtwoord voor de gebruiker sa opgegeven toen u PRISMAdirect installeerde.
    4. Klik op [Afronden].

      De database PrintAccounting is nu beschikbaar voor Crystal Reports.

  4. Selecteer de gegevens waarover u wilt rapporteren.

    U kunt tabellen of een opgeslagen procedure selecteren. Een opgeslagen procedure bestaat uit een groep SQL-instructies die in één uitvoeringsplan zijn opgenomen. Elke tabel bevat een beperkt aantal bonitems.

    OPMERKING

    Gebruik slechts één opgeslagen procedure per rapport. Selecteer niet nog een tabel of opgeslagen procedure als u al een opgeslagen procedure voor een rapport gebruikt. Als er meerdere procedures zijn opgeslagen in een rapport, kan dit leiden tot ernstige prestatieproblemen, met name voor databases met veel records.

    Wanneer u een rapport maakt, kunt u tabellen of één opgeslagen procedure selecteren. Elke tabel bevat een beperkt aantal bonitems. Een opgeslagen procedure bestaat uit een groep SQL-instructies die in één uitvoeringsplan zijn opgenomen. U kunt een van de volgende opgeslagen procedures voor een rapport selecteren:

    • uspGetAllOrdersItems

      Bevat alle orderbonitems, inclusief de aangepaste bonitems op orderniveau.

    • uspGetAllJobsItems

      Bevat alle opdrachtbonitems, inclusief de aangepaste bonitems op opdrachtniveau.

    • uspGetOrderJobsItems

      Bevat alle order- en opdrachtbonitems, inclusief de aangepaste bonitems op order- en opdrachtniveau.

  5. Voor een opgeslagen procedure moet u de invoerparameters opgeven. Tabellen bevatten geen parameters.
    1. Selecteer False voor @DumpDataInTempTable.

    2. Voer een unieke naam voor @TempTable in, bijvoorbeeld Tabel1.

    3. @selectedColumns:

      Later in deze procedure kunt u instellen welke velden u wilt weergeven in het rapport. In die stap kunt u uw keuze uit een verzameling beschikbare velden maken.

      • Schakel de optie Set to Null (Instellen op nul) in als u alle beschikbare velden wilt weergeven.

      • Vul in deze parameter de gewenste veldnamen in als u slechts een deel van de beschikbare velden wilt weergeven. Veldnamen moeten worden gescheiden door komma's.

    4. U kunt de resultaten van de opgeslagen procedure filteren met een geldige WHERE-component. De WHERE-component is de voorwaarde van een SQL-query. De naam van de parameter die de WHERE-component kan bevatten, is afhankelijk van de geselecteerde opgeslagen procedure. In dit voorbeeld is de procedure uspGetAllJobsItems geselecteerd en daarom is de parameternaam @jobsFilter:

      • Geef een geldige WHERE-component in deze parameter op om de resultaten van de opgeslagen procedure te filteren.

        Met de opgeslagen procedure uspGetAllJobsItems worden bijvoorbeeld query's op de tabellen JobItems en JobCustomItems uitgevoerd. De tabel JobItems bevat onder andere de kolom JobNumber. U kunt de resultaten dus filteren op basis van JobNumber > 5 AND JobNumber < 20 in de parameter @jobsFilter.

      • Laat deze parameter leeg als u de resultaten van de opgeslagen procedure niet wilt filteren. Selecteer Set to Null (Instellen op nul) niet.

    5. Klik op OK.

  6. Selecteer de velden die u wilt weergeven in het rapport.
  7. Desgewenst kunt u een veld selecteren om de gegevens te groeperen. Door uw gegevens onder te verdelen in groepen kunt u de gegevens in het rapport gerichter maken.
  8. U kunt een veld selecteren om samenvattingsgegevens toe te voegen aan het rapport. Selecteer bijvoorbeeld het veld voor kleurenpagina's om een samenvatting van het totale aantal kleurenpagina's in het rapport weer te geven.
  9. Selecteer de grafiek die u wilt gebruiken voor het rapport.
  10. U kunt nieuwe velden toevoegen aan een bestaand rapport.
    1. Vouw de tabel of opgeslagen procedure in het deelvenster 'FieldExplorer' uit.
    2. Sleep de extra velden in het gedeelte 'Details' van het rapport.
  11. Voeg het gemaakte rapport toe aan PRISMAdirect.
    1. Open de werkruimte [Configuratie] van PRISMAdirect.
    2. Klik op [Opties] - [Aangepaste rapporten uploaden].
    3. Blader naar het betreffende RPT-bestand.
    4. Klik op [Openen].

      Het rapport wordt toegevoegd aan de werkruimte [Configuratie]. Nu kunt u het betreffende rapport genereren in PRISMAdirect.