Loading

Documenten in een opdracht beheren

Inleiding

Wanneer u een document aan een opdracht toevoegt, kunt u opdrachtbeheer uitvoeren. De status van de documenten in de lijst geeft ook informatie over uw opdracht.

Opdrachtbeheer

De eigenschappen van het document controleren:

Actie

Beschrijving

De eigenschappen van het document controleren

Beweeg de muisaanwijzer over een documentnaam om een tooltip weer te geven. In de tooltip ziet u:

  • Het pad naar de map waarin het bestand zich bevindt.

  • De bestandsindeling.

  • De waarde van de instelling [Legendapositie] en de berekende positie van de legenda (indien van toepassing).

  • Het aantal pagina's.

  • De gebruikte sjabloon.

  • Eventuele waarschuwings- of foutmeldingen.

Alle documenten in een opdracht selecteren

Klik op de opdrachtnaam.

Verander de documentsjabloon.

Selecteer de gewenste documenten.

Klik op de sjabloonbalk onder het afdrukvoorbeeld om het sjabloonscherm te openen.

Selecteer een sjabloon.

De documenteigenschappen bewerken

Rechtsklik op een document of een selectie van meerdere documenten in de documentenlijst.

Selecteer [Documenteigenschappen bewerken].

U kunt de eigenschappen van de geselecteerde documenten wijzigen.

De eigenschappen van alle documenten bewerken

Rechtsklik op de opdrachtnaam en selecteer [Alle documenteigenschappen bewerken]

U kunt de eigenschappen van alle documenten in de opdracht wijzigen.

De volgorde wijzigen

U kunt de positie van een document in de documentenlijst veranderen. Selecteer het document in de lijst en versleep die naar de gewenste positie.

Of gebruik een sneltoets, zie voor meer informatie Toetscombinaties.

Opdrachtnaam wijzigen

Het eerste document in de lijst wordt automatisch de naam van de opdracht.

De opdrachtnaam wijzigen:

  • Beweeg de cursor over de documentnaam. Klik op het pictogram voor bewerking.

    of

  • rechtsklik op de opdrachtnaam en selecteer [Naam opdracht wijzigen].

Het veld wordt bewerkbaar en u kunt een andere naam intypen. Druk op Enter of klik op het pictogram om de nieuwe naam op te slaan.

Een document uit een opdracht verwijderen

Houdt de muisaanwijzer boven de naam van een document. Naast de naam wordt een rood kruisje weergegeven.

Klik op het rode kruisje of druk op de Del-toets om het document uit de opdracht te verwijderen.

Verschillende documenten uit een opdracht verwijderen

Selecteer de opdrachten die u uit een opdracht wilt verwijderen.

Rechtsklik op de selectie en selecteer [Selectie verwijderen]. Er verschijnt een venster waarin u het verwijderen kunt bevestigen.

Alle documenten uit een opdracht verwijderen

Selecteer alle documenten in de opdracht (u kunt hiervoor de toetscombinatie CTRL + A gebruiken).

Klik met de rechtermuisknop en kies [Alle verwijderen]. Er verschijnt een venster waarin u het verwijderen kunt bevestigen.

Opdrachtgegevens

OPMERKING

Voor meer informatie over het oplossen van problemen met een document met een fout- of waarschuwingsstatus, raadpleegt u Problemen oplossen.

Status

Beschrijving

Document wordt in oranje weergegeven (waarschuwing)

Als er aandacht nodig is voor een document, wordt het met een oranje achtergrondkleur weergegeven in de documentenlijst en geven de voorbeeldweergave en de tooltip een melding.

Document wordt in rood weergegeven (fout)

Als een document een foutstatus heeft, wordt het met een rode achtergrondkleur weergegeven in de documentenlijst en geeft de tooltip een melding.

BELANGRIJK

U kunt een opdracht niet opslaan als het een foutief document bevat. Verwijder het foutieve document uit de opdracht of corrigeer de fout om verder te kunnen gaan.