De varioPRINT iX-series beschikt over piëzo-elektrische inkttechnologie met variabele inktdruppelgroottes ('drop-on-demand'). In de afdrukmodule vervoert de afdrukband de vellen onder de printkoppen. De nozzles van de printkoppen werpen de druppels inkt uit. De drum van de fixeermodule droogt de bedrukte vellen. De PFU blaast een stoot zeer hete vochtige lucht op het oppervlak van het vel. De impingement-eenheden voor koude lucht verlagen de temperatuur van de vellen. De printer reinigt de printkoppen regelmatig. De printkopeenheid wordt voor dat doeleinde naar de onderhoudspositie verplaatst.
Locatie van het afdrukproces |
Locatie van het afdrukproces |
|
|---|---|
|
1 |
De afdrukmodule drukt de vellen af. |
|
2 |
De fixeermodule droogt de bedrukte vellen. |
Overdracht van de vellen tijdens het afdrukproces|
Omschrijving |
|
|---|---|
|
1 |
De naar de papierbaan getransporteerde vellen worden de afdrukmodule ingeleid. |
|
2 |
De afdrukband zuigt lucht aan om de vellen glad te strijken. |
|
3 |
De vellen gaan in één keer onder de printkoppen door, waar de nozzles de inkt of ColorGrip uitwerpen. |
|
4 |
De verwarmde lucht blaast de afdrukken in de fixatiedrum droog. Dankzij de luchtaanzuigingstechniek worden de afdrukken van de afdrukband naar de papierbaan in de fixeermodule verplaatst. |
|
5 |
In de PFU wordt een stoot hete, vochtige lucht op de vellen geblazen. |
|
6 |
Bij dubbelzijdig afdrukken worden de afdrukken een tweede keer doorgevoerd door de invoerregistratie-eenheid en de afdrukmodule. Tijdens het papiertransport worden de vellen gekoeld om deze weer te herstellen. |
|
7 |
Vellen worden gekoeld om te voorkomen dat ze blokkeren. |
|
8 |
Enkelzijdige en dubbelzijdige afdrukken worden via de horizontale transportlade naar de registratie-uitvoermodule vervoerd. |
De printkopeenheid bevat vijf printkoparrays: zwart (K), cyaan (C), magenta (M), geel (Y) en ColorGrip. Elke array bevat drie printkoppen. Het beeld is opgebouwd uit vier verschillende bitmaps in één kleur. De ColorGrip-printerkoppen werpen alleen ColorGrip-druppels uit op locaties waar inkt komt.
Het CMYK- en ColorGrip-afdrukproces
Eén inktprintkop (1200 dpi) bestaat uit tien segmenten met in totaal 5312 nozzles om inktdruppels te produceren. Dit resulteert in 3 x 5312 = 15.936 nozzles per printkoparray.
Eén ColorGrip-inktprintkop (600 dpi) bestaat uit vier segmenten met in totaal 2656 nozzles om ColorGrip-druppels te produceren. Dit resulteert in 3 x 2656 = 7968 nozzles voor deze printkoparray.
Printkop met nozzlesHet piëzo-elektrische element van de spuitkop kan een elektrisch signaal waarnemen. De vorm van het piëzo-elektrische element verandert en veroorzaakt een drukpuls in de inkt. De druppel verlaat de kamer van de nozzle met hoge snelheid en valt op het vel dat voorbijkomt over de afdrukband.
Nozzle ontvangt een elektrisch signaal (A) voor het afgeven van een inktdruppel (B)