Naar de instellingen voor printerkalibratie gaan
|
-
Open de Settings Editor en ga naar: .
|
Een herinnering instellen voor de procedure voor schaduwcorrectie
|
-
Ga naar [Tijdschakelaar voor schaduwcorrectie].
-
Stel het vereiste tijdsinterval in.
Tijdschakelaar voor schaduwcorrectie
-
Klik op [OK].
|
Het materiaal voor automatische gradatieaanpassing opgeven
|
-
Ga naar [Materiaal voor Automatische gradatieaanpassing].
-
Selecteer het geregistreerde aangepaste materiaal voor automatische gradatieaanpassing.
Materiaal voor automatische gradatieaanpassing
-
Klik op [OK].
|
Het aantal afgedrukte meetdiagrammen opgeven
|
Bij meer vellen wordt de afdrukkwaliteit beter, maar duurt de procedure ook langer.
-
Ga naar [Aantal vellen voor Automatische gradatieaanpassing].
-
Geef het aantal vellen voor automatische gradatieaanpassing (AGA) op.
Het totale aantal afgedrukte diagrammen is het aangegeven aantal vellen plus drie.
Aantal vellen voor automatische gradatieaanpassing (AGA)
-
Klik op [OK].
|
Een herinnering instellen voor de procedure voor automatische gradatieaanpassing
|
-
Ga naar [Tijdschakelaar voor Automatische gradatieaanpassing].
-
Stel het vereiste tijdsinterval in. U wordt aangeraden het interval zo in te stellen dat u elke dag een herinnering ontvangt om de automatische gradatieaanpassing uit te voeren.
Tijdschakelaar voor automatische gradatieaanpassing
-
Klik op [OK].
|
Het materiaal voor printerkalibratie opgeven
|
-
Ga naar [Kalibratiemateriaal].
-
Selecteer het materiaal voor printerkalibratie.
-
Klik op [OK].
|
Opgeven hoe de materiaalfamilie de rasters gebruikt
|
-
Ga naar [Rasters voor materiaalsoortkalibratie].
-
Geef op hoe de rasters moeten worden gebruikt tijdens de materiaalfamiliekalibratie.
-
Klik op [OK].
|
De evaluatie van de materiaalfamiliekalibratie inschakelen op het bedieningspaneel
|
Alleen de serviceoperator kan deze instelling wijzigen.
-
Ga naar [Evaluatie van materiaalfamiliekalibratie].
-
Geef op of de resultaten van de materiaalfamiliekalibratie aan het einde van de procedure moeten worden weergegeven op het bedieningspaneel.
-
Klik op [OK].
|
G7-kalibratie inschakelen
|
-
Ga naar [G7®-ondersteuning].
-
Geef op dat u G7-kalibratie wilt inschakelen.
-
Klik op [OK].
U kunt G7-ondersteuning alleen uitschakelen als alle G7-materiaalfamilies zijn verwijderd.
|