Volg de richtlijnen voor verpakken, bewaren en uitpakken voor een optimale afdrukproductiviteit van de printer.
Als de omgevingscondities van de opslagruimte verschillen van die in de afdrukruimte, moet het materiaal tijdig naar de afdrukruimte worden vervoerd, zodat het kan acclimatiseren. (Omstandigheden reproruimte, Temperatuuraanpassingstijd van materiaal vóór het afdrukken) Er zijn instructies waarmee u kunt voorkomen dat er vellen terechtkomen in de sentrylade. (Er worden veel vellen uitgevoerd naar de sentrylade (afwijzingen door sentry))
De opslagomstandigheden beïnvloeden het vochtigheidsgehalte en de temperatuur van het materiaal. Materialen zijn zeer gevoelig voor veranderingen in de omgeving waardoor krullen, golvende randen, opstaande randen en andere oneffenheden kunnen worden veroorzaakt. Als de relatieve vochtigheid in de opslagruimte plotseling toeneemt, kunnen de randen van het materiaal gaan golven. Als de temperatuur plotseling daalt, gaan de randen mogelijk opstaan.
De leverancier van het materiaal kan u specifieke richtlijnen voor materiaalopslag geven. Hier volgen algemene specificaties en richtlijnen voor materiaalopslag.
Omgevingscondities opslagruimte |
Waarde |
---|---|
Temperatuur |
18 oC - 26 oC / 64,4 oF - 78,8 oF Zorg dat de temperatuur zo stabiel mogelijk blijft. |
Relatieve vochtigheid |
30% - 60% Zorg dat de relatieve vochtigheid zo stabiel mogelijk blijft. |
Opslag |
Aandachtspunt |
---|---|
Opslagruimte |
|
Materiaalverpakking |
|
Temperatuuracclimatisatie |
Nadat materiaal naar de afdrukruimte is gebracht, dient het eerst te acclimatiseren voordat het wordt geplaatst. (Temperatuuraanpassingstijd van materiaal vóór het afdrukken) |