In een geautomatiseerde workflow wordt een verzameling vooraf gedefinieerde opdrachteigenschappen gebundeld.
Open de Settings Editor en ga naar:
.Gebruik de functie [Toevoegen], [Bewerken] of [Kopie].
Geef de instellingen op (zie De instellingen van een geautomatiseerde workflow opgeven).
U hoeft niet alle instellingen op te geven. Wanneer u een vinkje voor een instelling plaatst, worden die instelling en de waarden ervan ingeschakeld.
Klik op [OK].
Indien nodig kunt u een of meer geautomatiseerde workflows verwijderen of de ingebouwde, als standaard ingestelde geautomatiseerde workflow herstellen.
U kunt de geautomatiseerde standaardfabrieksworkflow niet verwijderen.