In geval van problemen met de afdrukkwaliteit, dient u altijd een kalibratie van het materiaal uit te voeren.
Het wordt geadviseerd om het materiaal te kalibreren wanneer u een nieuw materiaaltype plaatst of materiaal van een andere breedte.
De materiaalkalibratie is afhankelijk van soort en breedte. Als u dezelfde materiaalsoort in twee formaten hebt, moet u tweemaal kalibreren.
Ook de positie van de voorrand van het materiaal voor het starten van de kalibratie is belangrijk. Als de kalibratie wordt gestart vanaf het materiaal in de lade, optimaliseert de kalibratie ook de lead-in (beweging van de voorrand over de plaat) om witte of zwarte lijnen in de eerste meter van de afdruk te voorkomen. Dit gedeelte wordt niet gedaan wanneer de voorrand al voorbij het eind van de plaat is. Bijv. in het geval van handmatige invoer.
Materiaalprofielen die zijn geconfigureerd met een vergrendelde drukbalk (zie link: Printen en wikkelen met een vergrendelde drukbalk) hebben het deel voor lead-in kalibratie niet. U dient zich hiervan bewust te zijn wanneer u de instellingen voor [Wikkelkracht] verandert of voorafgaande aan kalibratie voorranden toepast.
De printer begint met kalibreren. Er worden twee kleine prints gemaakt die u kunt weggooien. Het proces kan enkele minuten duren.