De varioPRINT iX-series is een modulaire printer. De modules aan de voorzijde worden voornamelijk gebruikt voor de productie van opdrachten. De modules aan de achterzijde bieden toegang tot de verbruiksartikelen, service-eenheden en besturingseenheden.
De varioPRINT iX-series kan worden voorzien van maximaal drie papierinvoermodules en een of twee stapeleenheden met hoge capaciteit. Voor afwerking van de uitvoer kan er meer apparatuur worden aangesloten op de printer.
Hier volgt een overzicht van de belangrijkste onderdelen die zichtbaar zijn via het bedieningspaneel van de printer.
Vooraanzicht van de printer|
Beschrijving van belangrijkste hardwareonderdelen |
|
|---|---|
|
1 |
Het bureau van de operator en het bedieningspaneel vormen het lokale communicatiepunt voor de operator. |
|
2 |
PRISMAsync Print Server stuurt de prestaties, workflow en afdrukkwaliteit van de printer aan. |
|
3 |
Maximaal drie papiermodules bevatten het materiaal en voeren het in. De papiermodules houden het geplaatste materiaal in optimale conditie. |
|
4 |
De papierbaanmodule plaatst het materiaal op de juiste wijze in de papierbaan en draait de vellen om voordat de tweede zijde wordt bedrukt. |
|
5 |
De controlefunctie detecteert vellen met onvolkomenheden, zoals krullen, scheuren en ezelsoren. |
|
6 |
De registratie-invoermodule plaatst het materiaal op de juiste wijze in de papierbaan en verwijdert vellen met onvolkomenheden. |
|
7 |
De controlelade vangt de vellen met onvolkomenheden op die door de controlefunctie zijn gedetecteerd. Deze vellen komen de afdrukmodule niet binnen. |
|
8 |
De afdrukmodule bevat de inktprintkoppen en de afdrukband. |
|
9 |
De afdrukband in de afdrukmodule gebruikt de techniek voor het aanzuigen van lucht om ervoor te zorgen dat vellen plat onder de printkoppen blijven liggen. |
|
10 |
De koeleenheden verlagen de temperatuur van vellen om te voorkomen dat ze blokkeren. |
|
11 |
In de PFU wordt een stoot zeer hete, vochtige lucht op de vellen geblazen. Het resultaat is een vloeiende, homogene en zeer robuuste inktlaag. |
|
12 |
De fixeermodule met de fixeerdrum droogt de inkt terwijl de techniek voor het aanzuigen van lucht ervoor zorgt dat de vellen plat op de fixeerdrum blijven liggen. |
|
13 |
De registratie-uitvoermodule brengt de papierbaan op de hoogte van de stapeleenheid met hoge capaciteit en brengt de afdrukken op de juiste wijze over. |
|
14 |
Een of twee stapeleenheden met hoge capaciteit verzamelen en stapelen de afdrukken. Wanneer de printer is bevestigd aan een afwerkingseenheid van derden, zoals een boekjesmaker of perforator, verbindt de DFD (Document Finishing Device)-interfacekit de afwerkingseenheid met de stapeleenheid met hoge capaciteit. |
|
15 |
De luchttoevoereenheid verbindt de conditioneringsmodule met de afdrukmodule. |
Hier volgt een overzicht van de onderdelen die zichtbaar zijn vanaf de achterzijde van de printer.
Weergave van de achterzijde van de printer|
Beschrijving van belangrijkste hardwareonderdelen |
|
|---|---|
|
1 |
De koelmodule optimaliseert de temperatuur in de printer. |
|
2 |
In de inktkast worden de containers voor inkt, ColorGrip en onderhoudsvloeistof opgeslagen. Het bedieningspaneel boven op de module wordt gebruikt door de serviceorganisatie. |
|
3 |
De controlemodule bevat de controllers die het afdrukproces en de RIP-eenheden voor verwerking van de afdrukgegevens aansturen. |
|
4 |
De conditioneringsmodule bepaalt de temperatuur in de afdrukmodule. |
|
5 |
Het afvalcompartiment bevat de containers voor afvalinkt en ColorGrip. |
|
6 |
De onderhoudsmodule zorgt ervoor dat de printkoppen in optimale conditie blijven. |
|
7 |
De stroommodule is verantwoordelijk voor het stroombeheer. |
|
8 |
Het waarschuwingslampje voor de operator geeft de status van de printer aan (groen, oranje of rood). |