Loading

Opdrachten zoeken, filteren en selecteren

PRISMAsync Print Server biedt een functie voor zoeken, filteren en selecteren om snel en eenvoudig opdrachten op alle beschikbare opdrachtlocaties te kunnen vinden en selecteren.

Zoekfunctie

Met de zoekfunctie kunnen opdrachten op basis van een bepaald kenmerk, zoals een opdrachtnaam, materiaal of gebruiker, worden gevonden.

Alle opdrachten van een bepaalde gebruiker in de lijst met wachtende opdrachten.

Filterfunctie

U kunt de filteroptie gebruiken om te beperken uit hoeveel opdrachten kan worden gekozen.

De filteropties in de lijst met wachtende opdrachten

De filterfunctie biedt de volgende mogelijkheden:

U wilt

Filteroptie

Alleen opdrachten met bepaald materiaal weergeven.

[Gebruikt materiaal]

Alleen opdrachten in een bepaald opvangblad weergeven.

[Uitvoerlade]

Alleen opdrachten met materiaal in papierladen weergeven.

[Geplaatst materiaal]

Alleen opdrachten met een bepaalde opdrachtlabel weergeven.

[Opdrachtlabel]

Het filter verwijderen en alle opdrachten weergeven.

[Geen]

Selectiefunctie

Met de selectiefunctie kunt u in één keer een bewerking op alle geselecteerde opdrachten uitvoeren.

De selectieopties in de DoxBox

De selectiefunctie biedt de volgende mogelijkheden:

U wilt

Selectieoptie

Alle opdrachten selecteren.

[Alle opdrachten]

De opdrachten selecteren waarvoor materiaal wordt gebruikt dat zich in de papierladen bevindt.

[Opdrachten met geplaatst materiaal]

Opdrachten selecteren die zijn verzonden met een bepaalde geautomatiseerde workflow. Het opdrachtlabel verwijst naar de naam van de geautomatiseerde workflow.

Een label is een naam of tag op basis waarvan u een opdracht op het bedieningspaneel kunt herkennen. Wanneer een opdracht naar de printer wordt gestuurd, kan degene die de opdracht stuurt er een label aan toevoegen. Het label kan een naam hebben op basis waarvan de opdracht kan worden herkend. Het label kan worden gedefinieerd in het printerstuurprogramma, in een opdrachtbon of via een geautomatiseerde workflow. Wanneer het label in het printerstuurprogramma identiek is aan een gedefinieerde, geautomatiseerde workflow, wordt de afdrukopdracht afgedrukt met de instellingen van deze geautomatiseerde workflow. Het label ‘Klant XYZ’ kan bijvoorbeeld worden toegevoegd aan opdrachten. Vervolgens kan de operator alle opdrachten voor 'Klant XYZ' tegelijk selecteren en afdrukken.

[Opdrachtlabel]

Afgedrukte opdrachten in DocBox-mappen selecteren.

[Afgedrukte opdrachten]

Nieuwe opdrachten in DocBox-mappen selecteren.

[Nieuwe opdrachten]

De selectie van alle opdrachten opheffen.

[Geen]

De niet-geselecteerde opdrachten selecteren en de selectie van de geselecteerde opdrachten opheffen.

[Selectie omkeren]

Een aantal opdrachten handmatig selecteren.

Druk één voor één op de vereiste opdrachten.

Procedure

  1. Druk op [Opdrachten].
  2. De locatie selecteren
    • Druk op [Wachtrijen] om de geplande en wachtende opdrachten weer te geven.

      Druk op of om de lijst met wachtende opdrachten of de lijst met geplande opdrachten te openen.

    • Druk op [DocBox] om de DocBox-mappen weer te geven.

    • Druk op [Afgedrukte opdrachten] om de afgedrukte opdrachten weer te geven.

  3. Gebruik de zoekfunctie om opdrachten met een bepaald kenmerk te vinden.

    U kunt alle gevonden opdrachten tegelijk selecteren met de optie [Alle opdrachten].

  4. Gebruik de filterfunctie om te beperken uit hoeveel opdrachten kan worden gekozen.

    U kunt alle gevonden opdrachten tegelijk selecteren met de optie [Alle opdrachten].

  5. Gebruik de selectiefunctie of schakel tussen opdrachten om deze te selecteren en de selectie op te heffen.

    Als u de selectie ongedaan wilt maken, drukt u op één miniatuurweergave en houdt u deze vast.