Stoppen met afdrukken

Er zijn verschillende manieren om de afdrukproductie te stopen of te vertragen met de stopknop of de functie voor stoppen na opdracht.

Stopknop

In alle gevallen kunt u doorgaan met afdrukken met de functie Hervatten.

De functie Hervatten die wordt weergegeven nadat het afdrukken is gestopt

In dit onderwerp wordt het volgende beschreven:

• Stoppen na een voltooide set of record

• Stoppen, zo snel mogelijk

• Stoppen na opdracht

Stoppen na een voltooide set of record

Stoppen met afdrukken wanneer de afdrukbuffer leeg is en er een volledige set of record is afgedrukt.

1. Druk één keer op de knop [Stoppen] om te stoppen met afdrukken nadat de huidige set of record is voltooid.

2. Druk op de knop [Vrijgeven] om het afdrukken te hervatten.

Stoppen, zo snel mogelijk

Stoppen met afdrukken wanneer de afdrukbuffer leeg is (zo snel mogelijk).

1. Druk twee keer op de knop [Stoppen] om zo snel mogelijk te stoppen met afdrukken.

2. Druk op de knop [Vrijgeven] om het afdrukken te hervatten.

Stoppen na opdracht

Stoppen met afdrukken als een bepaalde opdracht is voltooid.

1. Selecteer de opdracht in de lijst met geplande opdrachten.

2. Druk op [Stoppen na opdracht].

   Een rood-witte balk geeft aan wanneer met afdrukken wordt gestopt.

   De rood-witte balk

3. Druk op de knop [Vrijgeven] om het afdrukken te hervatten.