Loading

Welke PDF-vakken worden gebruikt in een document met paginaprogrammering?

De PDF-vakken

Een PDF-pagina kan productiegerelateerde inhoud bevatten die buiten de randen van de voltooide pagina valt. De productiegerelateerde inhoud kan bestaan uit een afloopgedeelte, afdrukmarkeringen, enzovoort. Om dergelijke inhoud te kunnen beheren, kan een PDF-pagina wel vijf aparte grenzen bevatten:

  • [Materiaalvak]

    Wanneer u een document zonder paginaprogrammering voor het eerst opent in PRISMAprepare:

    • PRISMAprepare gebruikt het materiaalvak van elke pagina om het materiaalformaat voor die pagina toe te wijzen. Als het materiaalformaat is toegewezen, wordt het materiaalvak niet meer actief gebruikt door PRISMAprepare. Het materiaalvak bestaat altijd en het is het grootste PDF-vak.

  • [Bijsnijdvak]

    Het bijsnijdvak kan naast het afloopgedeelte en de pagina-inhoud ook afdrukmarkeringen, bijsnijdmarkeringen, kleurstroken en dergelijke bevatten. De afdrukmarkeringen, bijsnijdmarkeringen en dergelijke zijn afkomstig uit de oorspronkelijke PDF-pagina.

  • [Afloopvak]

    Het afloopvak kan naast de pagina-inhoud een afloopgedeelte bevatten. Het afloopgedeelte is doorgaans 3 tot 5 mm groter dan het trimvak.

  • [Trimvak]

    Het formaat van de bijgesneden pagina. De bijgesneden pagina bevat de pagina-inhoud. Voor elke pagina komt het trimvak overeen met het papierformaat. In theorie kan het papierformaat voor elke PDF-pagina anders zijn.

  • In PRISMAprepare wordt het illustratievak niet gebruikt.

Het trimvak komt altijd overeen met het papierformaat. Het materiaalvak hoeft niet overeen te komen met het materiaal van het document. Voor een boekje worden in PRISMAprepare bijvoorbeeld twee pagina's op één zijde van het materiaal gedrukt. Elke pagina heeft een eigen materiaalvak, dat niet overeenkomt met het materiaal van het boekje.

Het papierformaat opgeven

In PRISMAprepare worden de ontbrekende PDF-vakken gemaakt wanneer u voor het eerst een document zonder paginaprogrammering opent in PRISMAprepare:

  1. Als er geen trimvak is opgegeven, maar wel een afloopvak, krijgt het trimvak het formaat van het afloopvak.

  2. Als er ook geen afloopvak is opgegeven, maar wel een bijsnijdvak, krijgen het trimvak en afloopvak het formaat van het bijsnijdvak.

  3. Is er ook geen bijsnijdvak opgegeven, dan krijgen het trimvak, afloopvak en bijsnijdvak het formaat van het materiaalvak. Het materiaalvak is altijd aanwezig in een PDF-pagina.

De volgende formaatregels zijn van toepassing:

[Materiaalvak] > [Bijsnijdvak] > [Afloopvak] > [Trimvak].

De PDF-vakken automatisch en handmatig wijzigen

  • In PRISMAprepare wordt het trimvak automatisch gewijzigd wanneer het papierformaat wordt gewijzigd.

  • In PRISMAprepare worden de relaties tussen de PDF-vakken automatisch gehandhaafd op basis van de formaatregels.

    [Materiaalvak] > [Bijsnijdvak] > [Afloopvak] > [Trimvak].

  • De operator kan de PDF-vakken handmatig wijzigen.

Wanneer u een kleiner materiaal aan een pagina toewijst, kunt u er bijvoorbeeld ook voor kiezen een kleiner papierformaat te selecteren. Het trimvak wordt nu automatisch gewijzigd in PRISMAprepare. Het trimvak wordt niet gewijzigd in PRISMAprepare als u een groter materiaal toewijst zonder het papierformaat te wijzigen. Indien nodig moet de operator de andere PDF-vakken handmatig wijzigen.

De inhoud van een PDF-vak afdrukken

Standaard wordt de inhoud van het afloopvak afgedrukt als het document een afloopgedeelte bevat. Anders wordt de inhoud van het bijsnijdvak afgedrukt.

Op het tabblad [Lay-out] van de werkruimte [Productie] kunt u wijzigen welke inhoud moet worden afgedrukt. Op dit tabblad kunt u opgeven welk PDF-vak moet worden afgedrukt.