U kunt documenten met variabele data maken zonder een gegevensbron te gebruiken. U kunt in plaats daarvan een teller gebruiken in combinatie met statische tekst en de afdrukdatum en -tijd. U kunt de tellers in tekst- en barcodekaders gebruiken.
Klik op [Variabele data] - [Nieuwe teller].
Voer in het vak [Beginnen bij] de numerieke waarde in waarmee u wilt beginnen.
Voer in het vak [Interval] de incrementele waarde voor de teller in.
Geef het aantal rijen op.
Met deze instelling bepaalt u hoeveel documenten met variabele data worden gemaakt met deze teller.
Configureer de indeling van de teller.
Geef het aantal cijfers en het opvulteken op. U kunt een TAB niet gebruiken als opvulteken. In het voorbeeld wordt de indeling van de teller weergegeven.
Klik op [OK].