Wanneer de binnenzijde van de afdrukband vies is, worden een bericht en het oranje onderhoudssymbool op het dashboard weergegeven. Reinig de binnenkant van de afdrukband binnen 12 uur na het verschijnen van dit bericht op het bedieningspaneel.
![]() |
De printer merkt dat onderhoud vereist is. |
U hebt de volgende zaken nodig:
U moet over de juiste rechten voor toegang tot de onderhoudstaken en de configuratie-instellingen beschikken.
U hebt het reinigingsgereedschap en reinigingsdoekjes voor de afdrukband nodig.
U hebt een fles van de reinigingsvloeistof SU70 nodig.
De instructievideo voor deze onderhoudsactiviteit is beschikbaar, zie De binnenzijde van de afdrukband reinigen.
Draag nitril handschoenen om uw handen schoon te houden wanneer u met inkt, ColorGrip, SU70 of PML werkt. Zie de gerelateerde veiligheidsinformatiebladen voor materialen voor meer informatie (https://sus.cpp.canon/8MNMLB3F).
Inkt, ColorGrip, procesonderhoudsvloeistof en/of SU70 bevat(ten) 1,2-Benzisothiazol-3(2H)-one. Vanuit het oogpunt van gezondheid en veiligheid op de werkplek wordt het niet aanbevolen dat mensen die gevoelig zijn voor chemicaliën (bijvoorbeeld mensen met astma) met inkt of chemicaliën werken.
Als u vloeistof morst, veegt u de druppels op met wegwerpdoekjes en deponeert u de gebruikte doekjes vervolgens in een afsluitbare afvalcontainer om ze te verwijderen.
Het is belangrijk dat u de procedure precies uitvoert zoals hieronder vermeld.
Actie |
||
---|---|---|
1 |
|
![]() |
2 |
Druk op [Starten] en geef uw referenties op. |
|
3 |
Druk op [Ontgrendelen] om de deur van de afdrukmodule te ontgrendelen. |
|
4 |
Open de onderste en bovenste deuren links en rechts van de afdrukmodule. |
|
5 |
Pak het reinigingsgereedschap en houd het met de schuimstroken omhoog. Schuif een reinigingsdoek over de reinigingsplaat en zorg ervoor dat de flap van de reinigingsdoek zich aan de linkerzijde bevindt. |
![]() |
6 |
Bevochtig de eerste drie schuimstroken (vanaf de rechterkant) van de reinigingsdoek met de reinigingsvloeistof SU70. |
![]() |
7 |
Plaats het reinigingsgereedschap voor de afdrukband onder de afdrukband.
|
![]() ![]() |
8 |
Draai de twee bouten rechtsom om de reinigingsplaat te vergrendelen. |
![]() |
9 |
Sluit de onderste en bovenste deur van de afdrukmodule. De afdrukband begint te lopen en blijft dat ongeveer 3 minuten doen. |
|
10 |
Als op het bedieningspaneel wordt aangegeven dat de afdrukband is gestopt, opent u de deuren linksboven en -onder van de afdrukmodule. |
|
11 |
Draai de twee bouten linksom om de reinigingsplaat te ontgrendelen. |
|
12 |
Verwijder de reinigingsplaat. |
|
13 |
Controleer de mate van vervuiling op het gebruikte reinigingsdoekje om vast te stellen of er een nieuwe reinigingscyclus nodig is. |
|
Nieuwe reinigingscyclus is niet vereist. |
![]() |
|
Nieuw reinigingscyclus is vereist. |
![]() |
|
14 |
|
|
15 |
Sluit de onderste en bovenste deur van de afdrukmodule. |
|
16 |
Druk op [Bevestigen] op het bedieningspaneel. |
Gooi de gebruikte reinigingsdoekjes weg.