Nadat u de diagrammen hebt gemeten, worden in het feedbackvenster de resultaten van de uitgevoerde procedure weergegeven. Afhankelijk van een instelling in Settings Editor wordt een eenvoudig feedbackvenster of een gedetailleerd feedbackvenster (standaard) weergegeven.
In het eenvoudige feedbackvenster wordt aangegeven of de metingen wel of niet zijn voltooid.
In het gedetailleerde feedbackvenster worden gedetailleerde meetgegevens weergegeven. In dit onderwerp wordt de informatie in het gedetailleerde feedbackvenster beschreven.
Afhankelijk van de feedbackgegevens, kunt u bepalen of u de nieuwe kalibratiecurves wilt opslaan of de resultaten wilt negeren.
Op basis van de vergelijking met de vorige kalibratie wordt aangegeven hoe dringend deze materiaalfamiliekalibratie was.
In het overzichtsgedeelte worden de grootste en gemiddelde verschillen tussen de twee kalibraties per kleurkanaal weergegeven.
Wanneer u op het overzichtsgedeelte drukt, worden er lijnen weergegeven om aan te geven hoe de curves van deze en de vorige kalibratie afwijken. Horizontale lijnen betekent dat de curves identiek zijn. Als een of meer curves aanzienlijke verschillen vertonen, kan de nieuwe materiaalfamiliekalibratie als noodzakelijk worden beschouwd.
Druk op het pictogram in de rechterbovenhoek om te schakelen tussen de voor- en achterzijde:
OPMERKING
Voor de eerste kalibratie van de modus voor materiaal afdrukken zijn er geen referentiewaarden en is er dus geen feedbackinformatie.
Met de feedback in het venster voor gemeten papierwit en primaire kleuren wordt aangegeven in hoeverre de gemeten waarden afwijken van de referentiewaarden. De referentiewaarden worden bepaald op basis van de eerste kalibratie van de modus voor materiaal afdrukken. De referentiewaarden worden opnieuw berekend wanneer de modus voor materiaal afdrukken een nieuw uitvoerprofiel heeft.
In het overzicht en de gedetailleerde weergave worden de verschillen, de gemeten waarden en de referentiekleurwaarden voor beide zijden weergeven.
OPMERKING
Voor de eerste kalibratie van de modus voor materiaal afdrukken zijn er geen referentiewaarden en is er dus geen feedbackinformatie.
In de informatie over de nauwkeurigheid van de meting wordt aangegeven of de patches nauwkeurig zijn gemeten. Daarom worden tolerantieniveaus gebruikt.
Tabellen moeten correct worden gemeten binnen bepaalde snelheidslimieten. Hoewel in de kalibratiewizard wordt aangegeven wat u moet meten en wanneer u een meting opnieuw moet uitvoeren, kan het nog altijd mogelijk zijn dat de metingen niet correct zijn uitgevoerd.
In het overzichtsgedeelte worden de gemiddelde en grootste kleurverschillen tussen de gemeten waarden en referentiewaarden weergegeven.
Er wordt meer informatie weergegeven wanneer u op het overzichtsgedeelte drukt. Alle gemeten patches van beide kalibratietabellen worden weergegeven in de heatmap. De heatmap geeft aan hoe nauwkeurig de metingen van de patches zijn uitgevoerd.
Wanneer uit de feedback blijkt dat de metingen niet goed genoeg zijn volgens de geconfigureerde tolerantieniveaus, moet u de materiaalfamiliekalibratie opnieuw uitvoeren.
De heatmappatches zijn groen, rood of iets daartussen. Op deze manier wordt aangegeven hoe nauwkeurig, of onnauwkeurig, de patches zijn gemeten. De ingestelde tolerantieniveaus voor de materiaalfamiliekalibratie bepalen wanneer patches rood en groen worden.
Druk op de overzichtsgegevens. De heatmap wordt weergegeven.
Druk op de symbolen > en < om door de kalibratietabellen te bladeren. Gebruik het zoomsymbool om in of uit te zoomen.
In dit voorbeeld vertoont de heatmap groene, oranje en rode patches. De patch bevat meer informatie over de gemeten kleuren, de referentiekleuren en de kleurverschillen.
Gebruik het zoomsymbool om in te zoomen op een detail van de heatmap.
Wanneer u op een groene heatmappatch drukt, valt het kleurverschil binnen het ingestelde tolerantieniveau.
Voldoet aan tolerantieniveauWanneer u op een rode patch drukt, valt het kleurverschil (6,11) buiten het ingestelde tolerantieniveau (5).
Overschrijdt het tolerantieniveau