Loading

Een product maken en bewerken

Elke opdracht wordt gemaakt met een product. U kunt de producten maken. Voor elk product kunt u het volgende doen:

  • De lay-out van de opdracht opgeven.

  • Opgeven welke bonitems beschikbaar zijn voor de klant en voor de repro-operator. De klant en de repro-operator gebruiken de bonitems om de opdracht te configureren.

  • Geef op welke bonitems beschikbaar zijn op de opdrachtbon.

Aanvullende acties

Omschrijving

De producten sorteren

  1. Klik op de kolomkop om te sorteren in oplopende of aflopende volgorde.

    U kunt het sorteermechanisme gebruiken om de items en producten per type te groeperen. U kunt de items en producten ook sorteren op alfabetische volgorde.

Een product verwijderen

U kunt het standaard algemene product niet verwijderen.

  1. Selecteer het product.

  2. Klik op het pictogram [Verwijderen].

    Als u het product hebt toegevoegd aan een of meer etalages, moet u bevestigen dat u dit product wilt verwijderen. Vervolgens wordt het product ook verwijderd uit de etalage.

    Het product wordt niet verwijderd uit orders in de webshop.

Een product kopiëren

U kunt een nieuw product maken door een kopie van een bestaand product te maken.

  1. Selecteer het product.

  2. Klik op het pictogram [Product kopiëren].

  3. Geef de naam en het bijschrift op. Het bijschrift is de weergegeven naam van het product. De informatie wordt weergegeven voor de gebruiker.

    U kunt het producttype niet wijzigen.

  4. Klik op [Opslaan].

    Er wordt een nieuw product gemaakt.

  5. Wijzig indien nodig het bijschrift en andere instellingen.

Een nieuw product maken

  1. Als u een product wilt maken, klikt u op [Product- en order-editor] - [Producten] - [Nieuw product].

  2. Selecteer het producttype.

    U kunt het producttype niet meer wijzigen nadat u het product hebt gemaakt.

    Producttype

    Omschrijving

    [Document met binding]

    Er zijn beperkingen voor bepaalde instellingen voor het document. De instelling [Vouwen] is bijvoorbeeld niet toegestaan voor een document met een bindrand.

    [Folder]

    Er zijn beperkingen voor bepaalde instellingen voor het document. De instelling [Inbinden] is bijvoorbeeld niet toegestaan voor een folder.

    [Visitekaartjes]

    Een product waarmee een gebruiker visitekaartjes kan bestellen. Er zijn beperkingen voor bepaalde instellingen voor het document. De instelling [Inbinden] is bijvoorbeeld niet toegestaan voor visitekaartjes.

    [Algemeen]

    Een product zonder beperkingen en waarvoor de instellingen niet kunnen worden weergegeven. Er is een standaard algemeen product beschikbaar. Het standaard algemene product wordt gebruikt om nieuwe opdrachten te maken, oude opdrachten te importeren die zijn gemaakt met het algemene product of opdrachten te importeren die zijn gemaakt met een product dat niet meer bestaat.

    [Briefpapier]

    Een product waarmee een gebruiker een product van het type Briefpapier kan bestellen. Bijvoorbeeld: een USB-stick. Het product kan niet worden afgedrukt. U kunt enkele instellingen toevoegen. Bijvoorbeeld: geheugengrootte voor USB-sticks.

Algemene productinstellingen

  1. Geef de productnaam op. U kunt deze tekens gebruiken: 'a. - z.', 'A. - Z.', '0. - 9.', '_' . Spaties zijn niet toegestaan. De naam moet uniek zijn.

    U kunt de productnaam niet meer wijzigen nadat u het product hebt gemaakt.

  2. Geef het bijschrift en enige informatie over dit product op. Het bijschrift is de weergegeven naam van het product in de webshop. De informatie wordt voor de klant in het promotievak in de webshop weergegeven. Het promotievak is optioneel. Hiermee kan de klant door de beschikbare producten en hun beschrijving bladeren. U kunt het promotievak aan de webshop toevoegen in de werkruimte [Thema-editor].

  3. Geef de afbeelding voor dit product op. Als is het afbeeldingspad leeg is, wordt de aangepaste afbeelding van het product gebruikt.

    • Klik op [Bladeren] om een miniatuurweergave toe te voegen voor het product in het deelvenster [Algemene productinstellingen]. De aanbevolen grootte voor deze afbeelding is: 142 x 133 pixels.

    • Voor kantoorartikelen kunt u een extra afbeelding toevoegen in het deelvenster [Gedetailleerde productinstellingen]. Deze afbeelding wordt gebruikt in het voorbeeld van het product. De aanbevolen grootte voor deze afbeelding is: 360 x 340 pixels.

      De miniatuurweergave voor het product wordt ook gebruikt als de voorbeeldafbeelding voor kantoorartikelen als er geen voorbeeldafbeelding is geselecteerd. Als een voorbeeldafbeelding is geselecteerd, wordt deze niet door de miniatuurweergave overschreven.

    • Voor producten met een vast document kunt u de eerste pagina van het document als afbeelding gebruiken. Klik op [Eerste pagina gebruiken als as productafbeelding] in het deelvenster [Gedetailleerde productinstellingen]. Wanneer het vaste document wordt gewijzigd, moet u opnieuw op deze knop klikken om de afbeelding bij te werken.

    Wanneer u een afbeelding selecteert die groter is dan het aanbevolen formaat, wordt de afbeelding passend gemaakt.

  4. [De knop 'Toevoegen aan winkelwagentje' weergeven]

    Deze optie wordt weergegeven als u een vast document of een koppeling naar een bestand toewijst aan een product. U kunt dit doen in het deelvenster [Gedetailleerde productinstellingen].

    Schakel deze optie in om de knop [Toevoegen aan winkelwagentje] toe te voegen aan het product in de webshop. Als de klant op deze knop klikt, wordt het product direct aan het winkelwagentje toegevoegd. In dat geval wordt voor het product de gedefinieerde opdrachtbon in [Gedetailleerde productinstellingen] gebruikt.

Gedetailleerde productinstellingen

  1. Klik in het deelvenster [Gedetailleerde productinstellingen].

  2. Het gedeelte [Bestanden] in de weergave [Webshop]

    Een product van het type briefpapier kan geen bestanden bevatten.

    Een product van het type visitekaartjes gebruikt alleen VDP-gegevens.

    Opties

    Omschrijving

    [Bestandsbron]

    Schakel een of meer bestandsbronnen in.

    Wanneer u services voor het hosten van bestanden inschakelt, kunnen de gebruikers bestanden vanuit de hostservice, de cloud, toevoegen aan hun opdracht. Bijvoorbeeld Dropbox

    [Vast document]

    Wijs een vast document aan het product toe. Bijvoorbeeld: een biologieboek. De klant kan het document niet verwijderen en kan geen andere bestanden toevoegen aan de opdracht.

    De operator kan paginaprogrammering opgeven voor het vaste document. De operator kan het vaste document verwijderen en andere bestanden toevoegen aan de opdracht wanneer u de optie [De operator toestaan de bestanden van opdrachten te wijzigen] inschakelt. U kunt deze optie inschakelen in de werkruimte [Configuratie].

    Er wordt een watermerk aangebracht op de documentpagina's in [Afdrukvoorbeeld]. Configureer hoe het document wordt weergegeven in het afdrukvoorbeeld:

    • Het hele document.

    • De eerste 10% van de pagina's van het document, met een maximum van 10 pagina's.

    • [Aantal pagina's]

      In het afdrukvoorbeeld wordt het ingevoerde aantal pagina's van het document weergegeven.

    VDP

    Selecteer de [VDP-document].

    • [Bestandsbron]

      Schakel een of meer bestandsbronnen in. De klant kan een VDP-document selecteren in de bestandsbronnen.

    • [Vast document]

      Wijs een vast VDP-document aan het product toe. U kunt een VDP-document in het bestandssysteem selecteren. De klant kan het VDP-document niet verwijderen.

      De operator kan paginaprogrammering opgeven voor het VDP-document.

      De operator kan het vaste VDP-document verwijderen en andere bestanden toevoegen aan de opdracht wanneer u de optie [De operator toestaan de bestanden van opdrachten te wijzigen] inschakelt. U kunt de optie [De operator toestaan de bestanden van opdrachten te wijzigen] inschakelen in de werkruimte [Configuratie].

      OPMERKING

      Het document moet VDP-gegevens bevatten omdat het anders niet kan worden toegevoegd aan het product.

    Selecteer de [Gegevensbron].

    • [Bestandsbron]

      Schakel een of meer bestandsbronnen in. De klant kan een gegevensbron selecteren in de bestandsbronnen.

    • [Informatie opgeven]

      Het dialoogvenster bevat de vereiste structuur van de gegevensbron nadat een VDP-document is toegevoegd aan het product. U kunt aanvullende gegevens toevoegen. De gegevens in dit dialoogvenster zijn beschikbaar voor de klant en operator.

      De optie [Informatie opgeven] is niet beschikbaar wanneer u de optie [Handmatige invoer] selecteert.

    • [Handmatige invoer]

      in het dialoogvenster wordt de vereiste structuur van de gegevensbron voor het VDP-document weergegeven. U kunt order- en opdrachtitems toewijzen aan elk veld met variabele gegevens. De klant kan de variabele gegevens voor elk veld in de webshop wijzigen. De operator kan de variabele gegevens wijzigen in de werkruimte [Orderverwerking].

    [Koppeling]

    Schakel de optie [Koppeling] in de sectie [Bestanden] in.

    Wanneer u een koppeling naar een map toewijst, moet de klant één bestand uit de map selecteren voordat deze de order verzendt. Wanneer u een koppeling naar een bestand toewijst, wordt het bestand automatisch toegevoegd aan de order als de klant de order verzendt.

    1. Klik op [Bladeren]. Klik op het pictogram van het plusteken om een bestand of map te selecteren. Het pictogram verschijnt als u de muisaanwijzer over het item beweegt. De map is geconfigureerd in de werkruimte [Configuratie].

    2. Klik op [OK].

    De instellingen in dit dialoogvenster maken deel uit van de procedure voor het configureren van koppelingen naar een bestand of map. Raadpleeg voor de volledige procedure het Help-bestand van de werkruimte [Configuratie].

  3. U kunt een item aan een weergave toevoegen door het item in de lijst met items te selecteren en naar een groep of subgroep van de weergave te slepen.

    De bonitems in de itemlijst worden gedefinieerd in de werkruimte [Productitems]. U kunt deze items gebruiken om elk product te definiëren. Een opdrachtbonitem kan in één of meer weergaven worden opgenomen. In de weergaven wordt aangegeven wat zichtbaar is voor de operator en voor de klant van de webshop. De volgende weergaven zijn beschikbaar voor elk product:

    Weergave

    Omschrijving

    Webshop

    U kunt configureren welke bestandstypen en bonitems beschikbaar moeten zijn voor de klant van de webshop. Bovendien kunt u opgeven welke formule voor prijsschatting moet worden gebruikt voor opdrachten die zijn gemaakt met dit product.

    Klik op de pictogrammen direct naast [Webshop] om de betreffende items en instellingen te kopiëren naar:

    • [Repro]

      De bonitems die beschikbaar moeten zijn voor de repro-operator.

    • [Webshop - afgedrukte bon]

      Dit is de opdrachtbon voor de klant.

    Repro

    U kunt configureren welke bestandstypen en bonitems beschikbaar zijn voor de repro-operator. Bovendien kunt u opgeven welke offerteformule moet worden gebruikt voor opdrachten die zijn gemaakt met dit product.

    U kunt ook de automatiseringssjablonen configureren. De automatiseringssjablonen toegewezen aan het product worden automatisch toegepast als de opdracht wordt ontvangen op de server.

    Klik op de pictogrammen direct naast [Repro] om de betreffende items en instellingen te kopiëren naar:

    • [Webshop]

      De bonitems die beschikbaar moeten zijn voor de klant.

    • [Repro - afgedrukte bon]

      Dit is de opdrachtbon voor de repro-operator.

    Webshop - afgedrukte bon

    Bepaal welke bonitems beschikbaar moeten zijn op de opdrachtbon voor de klant.

    Repro - afgedrukte bon

    Bepaal welke bonitems beschikbaar moeten zijn op de opdrachtbon voor de repro-operator.

  4. Het gedeelte [Automatiseringssjablonen] in de weergave [Repro]

    Sleep beschikbare automatiseringssjablonen naar de actieve automatiseringssjablonen. U kunt meerdere automatiseringssjablonen per product activeren. U kunt automatiseringssjablonen in de juiste volgorde zetten door ze naar boven of beneden te slepen. De automatiseringssjablonen toegewezen aan het product worden automatisch toegepast als de opdracht wordt ontvangen op de server.

    • De toepassing van een sjabloon kan mislukken. De automatiseringssjabloon kan bijvoorbeeld alleen gedeeltelijk worden toegepast op de opdracht. In dit geval wordt in de console [Orderverwerking] op opdrachtniveau in het gedeelte [Automatiseringssjablonen] een fout gemeld. Er worden echter geen fouten aan de repro-operator gerapporteerd wanneer u de optie [Fouten negeren] inschakelt.

    OPMERKING

    Automatiseringssjablonen zijn beschikbaar wanneer PRISMAprepare en PRISMAdirect Web Bootstrap zijn geïnstalleerd en de optie [Automatiseringssjablonen] is ingeschakeld in de werkruimte [Configuratie].

  5. Het gedeelte [Prijzen]

    Selecteer de gewenste formules voor het product onder [Formule voor prijsschatting] en [Offerteformule]. U kunt [[Standaardinstellingen voor prijzen]] selecteren. In dit geval worden voor de opdrachten gemaakt met dit product de instellingen en formules gebruikt die zijn opgegeven in de webshop.

    U kunt de prijsinstellingen opgeven voor en formules toewijzen aan:

    Locatie

    Omschrijving

    Product

    Klik op [Product- en order-editor] en selecteer een product. Hier kunt u de waarden voor [Prijsschatting] en [Offerte] opgeven voor elk product.

    Gebruikersgroepen

    Klik op [Orderverwerking] - [Gebruikersbeheer] - [Gebruikersgroepen] - [Instellingen van gebruikersgroep]. Hier kunt u de waarden voor [Prijsschatting] en [Offerte] opgeven voor elke gebruikersgroep.

    Elke webshop

    Klik op [Orderverwerking] - [Webshop] - <webshop> - [Prijzen]. Hier kunt u de waarden voor [Prijsschatting] en [Offerte] opgeven voor elke webshop.

    Voor de opdrachten gemaakt met een product worden de volgende prijsinstellingen en formules gebruikt:

    1. Als er een formule is toegewezen aan het product, wordt deze formule gebruikt.

    2. In het andere geval worden de aan de gebruikersgroep toegewezen formule en prijsinstellingen gebruikt.

    3. Als er geen formules zijn toegewezen aan het product of de gebruikersgroep, worden de formules en prijsinstellingen gebruikt die zijn toegewezen aan de webshop.

  6. Het gedeelte [Opmerkingen]

    Sta de gebruiker toe opmerkingen voor de repro-operator in te voeren.

  7. Het gedeelte [Lay-out]

    Selecteer de lay-outinstellingen die beschikbaar moeten zijn voor de klant. Voor een aantal items wordt een selectievakje in de linkerbovenhoek weergegeven. Gebruik het selectievakje van de items om deze in of uit te schakelen. Wanneer u een item inschakelt, is het item zichtbaar voor de gebruiker. Klik op een item om het te bewerken.

    Visuele bonitems en keuze-items

    Visuele bonitems en keuze-items zijn toegestaan in het deelvenster [Lay-out], maar het maximum aantal items is 14. Visuele bonitems hebben invloed op het afdrukvoorbeeld. Als materiaal is ingesteld op Groen, wordt het materiaal groen weergegeven in het afdrukvoorbeeld. De keuze-items hebben geen invloed op het afdrukvoorbeeld. U kunt niet-visuele items en niet-keuze-items toevoegen aan de sectie [Meer bonitems].

    Vaste lay-outitems

    Het deelvenster [Vaste lay-outinstellingen] bevat items op basis waarvan de layout wordt bepaald. U kunt de waarde voor elk item alleen in het product opgeven. De waarde kan niet worden gewijzigd door een gebruiker of operator. De items in dit deelvenster zijn niet zichtbaar voor de gebruiker of operator. Visuele bonitems zijn alleen toegestaan als ze geldig zijn voor het producttype. Standaard zijn voor elk product enkele visuele bonitems opgenomen die niet kunnen worden bewerkt. Met deze instellingen wordt het product gedefinieerd. De optie [Inbinden] is bijvoorbeeld op Geen ingesteld voor een folder. U kunt deze instellingen niet wijzigen of verwijderen.

    Voorbeeld

    Het deelvenster [Lay-out] bevat bijvoorbeeld de optie [Inbinden]. In het deelvenster [Vaste lay-outinstellingen] is de optie [Afdrukstand en bindrand] ingesteld op [Liggend, bindrand boven]. Voor het product wordt altijd een liggend document met een bindrand aan de bovenkant gegenereerd. De gebruiker kan alleen een waarde voor de optie [Inbinden] selecteren, bijvoorbeeld [O-draad].

  8. Klik op [Bijwerken] om de wijzigingen in het product op te slaan.

  9. Klik op het pictogram [Publiceren] op het tabblad van de werkruimte [Product- en order-editor] of [Webshop-editor].

    Het publiceren van de wijzigingen op de PRISMAdirect-server kan enige tijd in beslag nemen. De voortgang van de bewerking wordt weergegeven in de statusbalk.

Overzicht

Het deelvenster [Overzicht] biedt u een overzicht van de gebruikte opdrachtbonitems in het product en de afdrukbon.