Loading

Printen en wikkelen met een vergrendelde drukbalk

Inleiding

Materiaal wikkelen met een vergrendelde drukbalk wordt alleen gebruikt voor stijve materialen, om transportproblemen te voorkomen.

Voordat u begint

  • Het gebruik van de drukbalk wordt ingesteld in de configuratie van de materiaalsoort in de RIP-software. Voor wikkelen met een vergrendelde drukbalk, moet u [locked tension bar] selecteren onder [Tight winding ]. Voor meer informatie raadpleegt u De materiaalinstellingen wijzigen.

  • Zorg dat u een uitvoerrol op de rolwikkelaar hebt geplaatst. Voor meer informatie raadpleegt u Een uitvoerrolkern laden op de rolwikkelaar.

  • Zorg dat u tape bij de hand hebt.

  • Het systeem is klaar voor gebruik.

BELANGRIJK

Gebruik de noodstop als u de wikkelaar direct wilt stoppen. Vergeet niet deze weer in te schakelen.

Procedure

  1. Start een printopdracht.

    De printer spoelt het materiaal tot het de positie van de tape bereikt. De klem wordt gesloten en er verschijnt een melding op het bedieningspaneel die aangeeft dat u het materiaal kunt vasttapen.

  2. Beweeg de materiaalgeleiders naar de zijkanten.
  3. Zorg dat het materiaal vlak op de plaat ligt.
  4. Neem de voorrand van het materiaal en lijn het uit op de kern.
  5. Tape eerst het midden en daarna de zijkanten van het materiaal vast aan de kern.
  6. Plaats de hendel van de drukbalk in de vergrendelde positie.
  7. Til de drukbalk op en plaats die correct boven op het materiaal.
  8. Tik op het bedieningspaneel op [Gereed] en beweeg de materiaalgeleiders naar het midden om uit te lijnen met het materiaal. .

    De printer begint met printen terwijl de opdracht wordt gewikkeld. Zorg dat de drukbalk in de vergrendelde positie valt.

    OPMERKING

    Zorg dat u de materiaalgeleiders uitlijnt met het materiaal, anders kunnen er problemen met het wikkelen ontstaan.

Volgende stappen

Als u stopt met wikkelen, moet u het materiaal snijden. Voor meer informatie raadpleegt u Het materiaal snijden, Het materiaal snijden (handmatig).