U kunt tegelijkertijd het formaat van de pagina en het formaat van de pagina-inhoud wijzigen. U kunt ook het formaat van de pagina aanpassen zonder het formaat van de pagina-inhoud aan te passen. U ontvangt bijvoorbeeld een document met papierformaat [Letter]. U wilt het document afdrukken op [A4] -formaat. U moet dan het papierformaat instellen op [A4] en de pagina-inhoud passend maken.
U kunt de paginagrootte van tabbladen en pagina's niet wijzigen door middel van vouwen.
[VDP-kaders] worden niet geschaald.
Instellen |
Omschrijving |
---|---|
De beginwaarden van de instellingen herstellen. |
|
Selecteer de pagina's waarvoor u het papierformaat wilt wijzigen.
Een paginabereik selecteren: selecteer een pagina in de structuurweergave, druk op <Shift> en selecteer een andere pagina.
Niet-opeenvolgende pagina's selecteren: selecteer een pagina in de structuurweergave, druk op <Ctrl> en selecteer meerdere niet-opeenvolgende pagina's.
Klik op [Pagina's] en [Formaat].
[Formaat wijzigen]
Geef op of u het formaat voor de [Pagina en inhoud] of alleen voor de [Pagina] wilt wijzigen.
[Formaat]
Selecteer een vooraf ingesteld papierformaat in de vervolgkeuzelijst. De breedte en de lengte van het geselecteerde papierformaat worden aangegeven. U kunt ook een [Aangepast] papierformaat opgeven. U kunt de paginaranden verslepen met uw muis om een papierformaat op te geven.
Met de pictogrammen [Staand] en [Liggend] kunt u de afdrukstand van het vel opgeven.
[Positie]
Selecteer de optie [Pagina centreren] om de pagina-inhoud altijd in het midden van de pagina te houden.
Selecteer de optie [Pagina verplaatsen] om de pagina onafhankelijk van de pagina-inhoud te verschuiven. Geef de horizontale en verticale verschuiving op met het draaivak.
Wanneer de optie [Pagina verplaatsen] is geselecteerd, kunt u de pagina met uw muis verplaatsen in het venster [Afdrukvoorbeeld].
Klik op [Toepassen].