U moet de rapportageomgeving configureren voordat u rapporten kunt genereren in de werkruimte [Rapporteren].
U moet accounting inschakelen als u betalingsgegevens wilt verzamelen in uw rapporten.
Ga naar: [Configuratie] - [Accounting en rapportage] - [Accounting] - [Werkstroom voor accounting].
U kunt de rapporten automatisch genereren en per e-mail verzenden.
Ga naar: [Configuratie] - [Accounting en rapportage] - [Rapporteren] - [Accountingrapporten automatisch e-mailen].
U kunt de rapporten selecteren die u automatisch wilt genereren.
Ga naar: [Configuratie] - [Accounting en rapportage] - [Rapporteren] - [Accountingrapporten].
In het dialoogvenster [Accountingrapporten] in de werkruimte [Configuratie] worden de bestandsnamen van rapporten (*.rpt) weergegeven. In de werkruimte [Rapporteren] worden de rapporttitels weergegeven. Wanneer u een nieuw rapport maakt, kunt u het beste een vergelijkbare titel en bestandsnaam voor het rapport kiezen. Op deze manier kunt u het rapport eenvoudiger identificeren tussen de twee werkruimten.
U moet de opslaglocatie configureren voor de rapporten die worden gegenereerd in de werkruimte [Rapporteren].
Ga naar: [Configuratie] - [Accounting en rapportage] - [Rapporteren] - [Map voor rapporten].