Nieuwe materialen en materiaalfamilies toevoegen

De varioPRINT iX-series biedt een eenvoudige, geautomatiseerde procedure om in één keer nieuwe materialen en materiaalfamilies toe te voegen en de afdrukkwaliteit op dit materiaal te valideren. U kunt een aantal kalibratieprocedures combineren om het nieuwe materiaal te valideren.

Nieuwe materiaalvermeldingen worden gemaakt op basis van standaardmateriaalvermeldingen. Standaardmateriaalvermeldingen worden geïmporteerd via materiaalpakketten.

Procedure:

1. Druk op [Systeem]  → [Afdrukmateriaal] .

2. Druk op [Nieuw] om nieuw materiaal toe te voegen.

   De knop [Nieuw] 

3. Druk op [Importeren uit materiaalbibliotheek] om de standaardmateriaalvermelding te selecteren die wordt gebruikt als sjabloon voor het nieuwe materiaal. De lijst bevat alle vooraf geïnstalleerde en geïmporteerde standaardmateriaalvermeldingen.

   Welke standaardmateriaalvermelding u kiest, is afhankelijk van het type materiaal dat u wilt toevoegen. Als het nieuwe materiaal bijvoorbeeld gecoat offsetmateriaal met glans is, selecteert u een standaardmateriaalvermelding voor gecoat offsetmateriaal met glans.

   De instelling [Importeren uit materiaalbibliotheek] 

4. Geef de naam en kenmerken van het nieuwe materiaal op.

   Opgegeven materiaalkenmerken

5. Druk op [Volgende] om het maken van het nieuwe materiaal en de nieuwe materiaalfamilie te bevestigen.

6. Selecteer de materiaalafdrukmodus.

   Modus voor afdrukken van materiaal

   Raadpleeg Welke modus voor het afdrukken van materiaal moet worden geselecteerd voor meer informatie over de modi voor het afdrukken van materiaal.

7. Selecteer de materiaalprocedures die u wilt uitvoeren.

   Alle drie de procedures zijn optioneel en kunnen later worden uitgevoerd. U wordt echter aangeraden deze procedures uit te voeren op het moment waarop het nieuwe materiaal wordt toegevoegd.

   OPMERKING

   Als u ervoor kiest om kleurvalidatietests uit te voeren, moet u ook een materiaalkalibratie uitvoeren.

   Materiaalprocedures

8. Druk op [OK].

9. Volg de instructies op het bedieningspaneel.

10. In het feedbackvenster worden de status van het nieuwe materiaal en de resultaten van de uitgevoerde procedures weergegeven.

    Nieuw materiaal is toegevoegd

    Als de procedure wordt geannuleerd of afgebroken, wordt het nieuwe materiaal verwijderd uit de materiaalcatalogus.

    OPMERKING

    Als de procedure mislukt en u geen nieuw materiaal kunt toevoegen, neemt u contact op met uw lokale serviceorganisatie.

    Nieuw materiaal is niet toegevoegd

11. Als u de standaardmodus voor afdrukken wilt opgeven voor het nieuwe materiaal, opent u Settings Editor en gaat u naar: [Materiaal]  → [Materiaalfamilies] .

    [Mat. families] (tabblad)

12. Selecteer de nieuwe materiaalfamilie. Geef een zoekreeks op om een materiaalfamilie te vinden.

    Nieuwe materiaalfamilie

13. Controleer welke modus voor afdrukken van materiaal als standaard is opgegeven in de kolom [Standaard] . Als u een andere modus voor het afdrukken van materiaal als standaard wilt instellen, selecteert u deze modus en klikt u op [Bewerken].

    De knop [Bewerken] 

14. Gebruik de instelling [Gebruiken als standaardmodus voor afdrukken van materiaal] om de modus voor het afdrukken van materiaal als standaard in te stellen.

    De instelling [Gebruiken als standaardmodus voor afdrukken van materiaal] 

15. Klik op [OK].

Welke modus voor het afdrukken van materiaal moet worden geselecteerd

Er zijn drie modi voor het afdrukken van materiaal beschikbaar voor elke standaardmateriaalvermelding, met uitzondering van de standaardmateriaalvermelding voor ongecoat materiaal van 60-74 g/m² (40-45 lb text) en gecoat materiaal van 90-114 g/m² (60-80 lb text).

[Premium M1 NK] is standaard geselecteerd als modus voor het afdrukken van materiaal, behalve voor ongecoat materiaal van 60-74 g/m² (40-45 lb text) en gecoat materiaal van 90-114 g/m² (60-80 lb text). Hiervoor is [Standard M1 NK] geselecteerd als standaardmodus voor het afdrukken van materiaal. U hebt echter de flexibiliteit om andere modi voor het afdrukken van materiaal te selecteren die allemaal hun voor- en nadelen hebben.

Meer informatie

• De robuustheid van materiaal verifiëren

• Informatie over de kalibratie van materiaalfamilies

• Informatie over kleurvalidatietests