U kunt filters maken om te bepalen welke orders zichtbaar zijn voor een gebruiker. Met een filter worden de opdrachten en orders weergegeven die overeenkomen met de vereiste filtercriteria. Alle andere opdrachten en orders worden verborgen.
U kunt de filters op de volgende locaties maken en configureren in de werkruimte [Configuratie]:
[Webshop]
Het filter bepaalt welke orders zichtbaar zijn voor een klant. U kunt voor elke afzonderlijke webshop filters maken. Zie Een filter maken voor meer informatie.
[Orderverwerking]
De filters bepalen welke orders en opdrachten voor orderbeheerders en operators worden weergegeven in de werkruimte [Orderverwerking].
U kunt configureren of orderbeheerders en operators hun eigen filters in de console [Orderverwerking] mogen maken. Zie De filters configureren voor meer informatie.
In dit onderwerp wordt beschreven hoe u een of meer filters kunt maken en configureren voor de werkruimte [Orderverwerking].
Aanvullende acties |
Omschrijving |
---|---|
Een filter bewerken |
Klik op het potloodpictogram. Het pictogram verschijnt als u de muisaanwijzer over een filter beweegt. |
Een filter verwijderen |
Klik op het pictogram Verwijderen. Het pictogram verschijnt als u de muisaanwijzer over een filter beweegt. |
Klik op [Orderverwerking] - [Filters beheren]. Selecteer vervolgens:
[Filters voor orders]
Een filter maken voor de [Orderweergave] van de werkruimte [Configuratie].
[Filters voor opdrachten]
Een filter maken voor de [Opdrachtweergave] van de werkruimte [Configuratie].
Klik op het pictogram van het plusteken (+) om een filter toe te voegen.
Wijs het filter toe.
Wijs een filter voor orders toe aan een orderbeheerder. U kunt de orderbeheerders beheren in [Orderverwerking] - [Werkstroomconfiguratie] - [Algemene instellingen] - [Orders toewijzen aan].
Wijs een filters voor opdrachten toe aan een operator. U kunt de operators beheren in [Orderverwerking] - [Werkstroomconfiguratie] - [Algemene instellingen] - [Opdrachten toewijzen aan].
Geef een naam en beschrijving op voor het filter. De naam moet uniek zijn.
Gebruik een of meer items voor het filter.
Selecteer een item in de lijst. De volgende items zijn beschikbaar voor het filter:
Alle order- en opdrachtitems, inclusief de aangepaste items, die beschikbaar zijn in de werkruimte [Product- en order-editor].
Alle items die worden gebruikt voor intern beheer, zoals [Communicatiestatus], [Geaccepteerd door], [Toegewezen aan], enzovoort.
Aanvullende acties |
Omschrijving |
---|---|
De items sorteren |
Klik op de kolomkop Naam om te sorteren in oplopende of aflopende volgorde. Klik op de kolomkop * om te sorteren op items die worden gebruikt in het filter. |
Schakel de optie [Gebruiken in filter] in.
Een item wordt met een trechterpictogram gemarkeerd wanneer het is toegevoegd aan het filter.
Configureer de waarden voor het item.
Geef op welke logische operator moet worden gebruikt als het filter twee of meer items bevat.
Standaard wordt de operator EN gebruikt wanneer u meerdere items toevoegt aan het filter. Opdrachten en orders worden weergegeven als aan alle filtercriteria wordt voldaan.
Wanneer u de optie [De operator OF in het filter toestaan] inschakelt, wordt de operator OF gebruikt wanneer u meerdere items toevoegt aan het filter. Opdrachten en orders worden weergegeven als aan minstens één filtercriterium wordt voldaan.
[Alle opdrachten van de order moeten voldoen aan de filtercriteria]
Een order en de bijbehorende opdrachten worden alleen weergegeven als aan de filtercriteria wordt voldaan voor alle opdrachten.
Het filter bevat bijvoorbeeld het volgende criterium voor de opdrachten: [Communicatiestatus] = [Afgedrukt]. De order wordt nu alleen weergegeven in [Orderweergave] als alle opdrachten hierin zijn afgedrukt.
Klik op [Opslaan].