Loading

Het aangepaste materiaal registreren voor automatische gradatieaanpassing

Doorgaans gebruikt u voor een optimale afdrukkwaliteit het aanbevolen materiaal voor de automatische gradatieaanpassing. (Informatie over kalibratie)

Wanneer er niet voldoende aanbevolen materiaal beschikbaar is, kunt u aangepast materiaal gebruiken voor automatische gradatieaanpassing. Bij automatische gradatieaanpassing wordt een interne sensor gebruikt om het aangepaste materiaal te registreren.

BELANGRIJK

Voor een optimale afdrukkwaliteit op aangepast materiaal wordt u aangeraden het aangepaste materiaal te registreren dat u het meest gebruikt.

Voor de registratie van aangepast materiaal hebt u ook enkele vellen van het aanbevolen kalibratiemateriaal nodig. Aan het einde van de registratieprocedure kunt u bepalen of u het geregistreerde aangepaste materiaal voor automatische gradatieaanpassing wilt gebruiken.

De opslagplaats voor aangepast materiaal aan de linkerzijde

Voordat u begint

Procedure

  1. Kalibreer de printer. (De printer kalibreren)
    BELANGRIJK

    U moet altijd een printerkalibratie uitvoeren voordat u doorgaat met deze procedure.

  2. Controleer de afdrukkwaliteit om te bepalen of u wilt doorgaan.
    BELANGRIJK

    Zorg ervoor dat er tijdens de uitvoering van deze registratieprocedure geen artefacten worden geproduceerd die de afdrukkwaliteit beïnvloeden.

  3. Druk op [Systeem]  → [Kleuraanpassing]  → [Afdrukengine aanpassen].
  4. Druk op [Aangepast materiaal registreren].
  5. Selecteer een opslagplaats voor het aangepaste materiaal.
  6. Druk op [OK].
  7. Volg de instructies op het bedieningspaneel.
  8. Geef aan of u het aangepaste materiaal wilt toepassen voor de automatische gradatieaanpassing.
  9. Sluit het menu.

Volgende stappen

U vindt het standaardmateriaal voor automatische gradatieaanpassing in de Settings Editor. Locatie: [Kleur]  → [Kleurkalibratie].