Loading

De uniFLOW-interface instellen

U kunt een interface tussen de PRISMAdirect-server en de uniFLOW-server instellen. De uniFLOW-server beheert vervolgens het volgende:

  • Gebruikersbeheer

  • Verificatie

    De gebruikers en gebruikersgroepen die worden beheerd op de uniFLOW-server, moeten een geschikte [Rol] voor PRISMAdirect ontvangen. De rol bepaalt de aanmeldingsrechten van iedere gebruiker en gebruikersgroep in PRISMAdirect. U kunt de gebruikers en gebruikersgroepen in de werkruimte [Gebruikersbeheer] beheren.

  • Budgetbeheer

    De workflow voor prijsgoedkeuring en de kostencentra worden beheerd door de uniFLOW-server.

  • Accounting

    De accountinggegevens worden opgeslagen op de PRISMAdirect-server. De uniFLOW-server kan de accountinggegevens aanvragen via de taak Read Leonardo Accounting Info.

In dit onderwerp wordt de volledige configuratie van de uniFLOW-interface beschreven. U moet de uniFLOW-interface configureren in de werkruimte [Configuratie]:

  • De uniFLOW-interface instellen

    U moet een unieke URL van de PRISMAdirect-server aan de service-URL van de uniFLOW-server koppelen.

  • De interface tussen de webserver en de uniFLOW-server inschakelen

    Voor alle webshops die toegankelijk zijn via de webservers die met de uniFLOW-server zijn verbonden, wordt de workflow gebruikt die wordt gedefinieerd door uniFLOW. U kunt de verbinding tussen een webserver en de uniFLOW-server ook verbreken. Voor de webshops die via de niet meer verbonden webserver toegankelijk zijn, wordt de workflow gebruikt die wordt gedefinieerd door PRISMAdirect.

  • Toegang tot webshops per webserver configureren

    Voor alle webshops die toegankelijk zijn via de webservers die met de uniFLOW-server zijn verbonden, wordt de workflow gebruikt die wordt gedefinieerd door uniFLOW. U kunt echter expliciet configureren welke webshops via welke webservers toegankelijk zijn. Voor de webshops die niet via de webserver toegankelijk zijn, wordt de workflow gebruikt die wordt gedefinieerd door PRISMAdirect.

De uniFLOW-interface instellen

  1. Klik op [Systeem] - [Connectiviteit] - [uniFLOW-interface].

  2. [uniFLOW-interface inschakelen]

    Schakel de uniFLOW-interface voor de PRISMAdirect-server en de lokale webserver in.

  3. [Instellingen PRISMAdirect-interface]

    U kunt het standaardeindpunt en de standaardpoort accepteren. Indien nodig kunt u een aangepast eindpunt en/of een aangepaste poort opgeven. De poort moet uniek zijn. Test de verbinding om er zeker van te zijn dat de URL klopt en uniek is.

    • [Beveiligde verbinding gebruiken (HTTPS)]

      De URL van de PRISMAdirect-server wordt van HTTP in HTTPS gewijzigd.

    • [Het certificaat uniFLOW niet valideren]

      Voor de veilige verbinding is een certificaat vereist. Het certificaat wordt opgeslagen op de uniFLOW-server. U kunt ervoor kiezen het uniFLOW-certificaat niet te valideren, bijvoorbeeld wanneer de uniFLOW-server een zelfondertekend certificaat bevat.

  4. [Instellingen uniFLOW-interface]

    Typ de service-URL. Deze URL wordt opgegeven op de uniFLOW-server. Test de verbinding om er zeker van te zijn dat de URL klopt en uniek is.

  5. Klik op [Koppelen].

    De interface tussen de PRISMAdirect-server en de uniFLOW-server wordt gemaakt door de toepassing. Wanneer u een instelling in dit dialoogvenster wijzigt, moet u de interface opnieuw maken.

    Klik op [Ontkoppelen] om de interfaceverbinding handmatig te verbreken.

  6. Klik op [Opslaan].

De interface tussen de webserver en de uniFLOW-server inschakelen

De instelling [uniFLOW-interface inschakelen] wordt beschikbaar voor de externe webservers als u de PRISMAdirect-server met de uniFLOW-server hebt gekoppeld.

Ga als volgt te werk voor de externe webservers:

  1. Klik op [Systeem] - [Web Submission] - [Externe webservers].

  2. Klik op [Configureren] om een dialoogvenster te openen dat speciaal is bedoeld voor de configuratie van de betreffende webserver. U kunt de koppeling [Configureren] direct achter de weergegeven registratietijd vinden.

  3. Open het dialoogvenster [Algemene instellingen:].

  4. [uniFLOW-interface inschakelen]

    Schakel de interface tussen de webserver en de uniFLOW-server in. Voor alle webshops die toegankelijk zijn via de webservers die met de uniFLOW-server zijn verbonden, wordt de workflow gebruikt die wordt gedefinieerd door uniFLOW. U kunt de verbinding tussen een webserver en de uniFLOW-server ook verbreken. Voor de webshops die via de niet meer verbonden webserver toegankelijk zijn, wordt de workflow gebruikt die wordt gedefinieerd door PRISMAdirect.

  5. Klik op [Opslaan].

Toegang tot webshops per webserver configureren

  1. Klik op [Systeem] - [Web Submission] - <webserver> - [Toegang tot webshop vanaf webservers].

  2. Schakel toegang tot de webshops via elke beschikbare webserver in of uit.

    Voor alle webshops die toegankelijk zijn via de webservers die met de uniFLOW-server zijn verbonden, wordt de workflow gebruikt die wordt gedefinieerd door uniFLOW. U kunt echter expliciet configureren welke webshops via welke webservers toegankelijk zijn. Voor de webshops die niet via de webserver toegankelijk zijn, wordt de workflow gebruikt die wordt gedefinieerd door PRISMAdirect.

  3. Klik op [Opslaan].

Het traceerniveau voor de uniFLOW-interface instellen

  • [Foutopsporing]

    Het traceerniveau [Foutopsporing] biedt het meest gedetailleerde logoverzicht. Als u het traceerniveau [Foutopsporing] instelt, heeft dit mogelijk invloed op de prestaties van de toepassing.

  • [Fout]

    De fouten worden vastgelegd.

  • [Info]

    De fouten en informatieve berichten worden vastgelegd.