Loading

Een IPsec-regel maken

Dit onderwerp bevat de volgende instructies:

  • Algemene regeleigenschappen opgeven

  • De eindpunten voor regels opgeven

  • De [Verbindingsmodus] opgeven

  • De verbindingsmodus opgeven

  • De verificatiemodus opgeven

  • [IKE-protocol (Internet Key Exchange)] (IKE) selecteren

  • De regel testen

  • Het standaardverbindingsgedrag van PRISMAsync Print Server wijzigen

Wat zijn IPsec-regels

Een IPsec-regel bepaalt welke hosts IPsec mogen gebruiken volgens de geselecteerde regelvoorwaarden. Bovendien kunnen IPsec-regels alle verbindingen met een of meer eindpunten blokkeren, via IPsec en alle andere protocollen.

De configuratieopties voor IPsec zijn van toepassing op alle IPsec-verbindingen die PRISMAsync Print Server tot stand brengt.

IPsec wordt actief wanneer ten minste één regel is gedefinieerd.

U kunt maximaal twintig IPsec-regels voor PRISMAsync Print Server opgeven.

IPsec-regel toevoegen

Algemene regeleigenschappen opgeven

  1. Ga naar: [Configuratie]  → [IPsec-communicatie].

    [IPsec-communicatie] (tabblad)
  2. Klik op [Toev.] of [Bewerk].

    Het menu [IPsec-communicatie]
  3. Geef een naam op in het veld [Naam van regel].

    IPsec-regel toevoegen

De eindpunten voor regels opgeven

  1. Gebruik de optie [Eindpunt opgeven] om op te geven of de regel van toepassing is op alle eindpunten of op opgegeven IP-adressen

    • Selecteer [Regel is van toepassing op alle eindpunten] om een regel voor alle verbindingen te maken

    • Selecteer [Regel is van toepassing op opgegeven IP-adressen] om een regel te maken waarvoor u de eindpunten opgeeft.

  2. Gebruik de volgende richtlijnen om de IP-adressen op te geven.

  • U kunt IPv4- en IPv6-adressen gebruiken.

  • Scheid meerdere adressen met komma's: 10.20.1.1,10.20.1.10.

  • Scheid het begin en einde van een bereik met een streepje: 10.20.1.10-10.20.1.20.

  • U kunt de subnetsyntaxis toevoegen: 10.20.2.0/24.

  • U kunt vooraf gedefinieerde locatienamen gebruiken: LocalSubnet, DefaultGateway, DHCP, DNS, WINS.

    OPMERKING

    Als u PRISMAsync Remote Manager gebruikt, is een uitzonderingsregel voor DNS nuttig. De DNS-server is essentieel voor het doorsturen van opdrachten van de ene PRISMAsync Remote Manager-printer naar de andere PRISMAsync Remote Manager-printer.

IPsec-regel toevoegen
IPsec-regel toevoegen

De verbindingsmodus opgeven

Gebruik de optie [Verbindingsmodus] om op te geven hoe de regelopties betrekking hebben op de IPsec-verbinding tussen de eindpunten.

Gebruik het onderstaande diagram om te bepalen welke verbindingsmodus geschikt is voor specifieke eindpunten.

IPsec-verbindingsmodus

PRISMAsync Print Server biedt de volgende verbindingsmodi.

IPsec-verbindingsmodus
  • [IPsec omzeilen]: geef op voor welke eindpunten verbindingen tot stand kunnen worden gebracht, maar nooit via IPsec.

  • [Verbindingen blokkeren]: geef op voor welke eindpunten geen verbindingen tot stand kunnen worden gebracht. Er worden geen IPsec-onderhandelingen met de opgegeven eindpunten gestart.

  • [IPsec aanvragen]: geef de eindpunten op waarvoor IPsec de gewenste verbinding is, maar alternatieve verbindingsprotocollen worden ook geaccepteerd.

  • [IPsec alleen vereist voor binnenkomende verbindingen]: geef op voor welke eindpunten IPsec het vereiste verbindingsprotocol is voor binnenkomend gegevensverkeer. Voor uitgaand verkeer worden alternatieve verbindingsprotocollen ook geaccepteerd.

  • [IPsec vereist]: geef op voor welke eindpunten IPsec het vereiste verbindingsprotocol is voor binnenkomend en uitgaand gegevensverkeer.

BELANGRIJK

U wordt aangeraden eerst de modus [IPsec aanvragen] te selecteren en te testen voordat u naar de modus [IPsec vereist] gaat.

De verificatiemodus opgeven

Gebruik de optie [Verificatiemethode] om op te geven hoe de eindpunten moeten worden geverifieerd: [Certificaat], [Vooraf gedeelde sleutel] of [Certificaat gevolgd door vooraf gedeelde sleutel].

  • Als u [Certificaat] selecteert:

    Verificatiemethode
    1. Controleer of de CA-certificaten van het eindpunt of de eindpunten in de lijst met vertrouwde certificaten zijn geïmporteerd.

    2. Gebruik de optie [Handtekeningalgoritme van certificaat] om het algoritme voor digitale ondertekening te selecteren: [RSA], [ECDSA P256], [ECDSA P384].

      Ondertekeningsalgoritme
    3. Gebruik de optie [Certificaattype] om het type CA-certificaat van het eindpunt te selecteren: [Tussencertificaat] of [Basiscertificaat].

      Certificaattype
    4. Gebruik de optie [Certificaat] om de certificaten te selecteren in de PRISMAsync Print Server-lijst met vertrouwde certificaten.

  • Als u [Vooraf gedeelde sleutel] selecteert:

    1. Gebruik de optie [Vooraf gedeelde sleutel] om de sleutel in te voeren.

      Vooraf gedeelde sleutel
  • Als u [Certificaat gevolgd door vooraf gedeelde sleutel] selecteert:

    1. Geef het certificaat en de vooraf gedeelde sleutel op de hierboven beschreven wijze op.

[IKE-protocol (Internet Key Exchange)] (IKE) selecteren

Gebruik de optie [IKE-protocol (Internet Key Exchange)] om het protocol te selecteren: [IKEv1], [IKEv1 en AuthIP], [IKEv1 en IKEv2], [IKEv2].

IKE-protocol

De regel testen

Klik op [De test starten] bij [Test van IPsec-configuratie] om de verificatie-eigenschappen van de regel te controleren.

De IPsec-regel testen

Het standaardverbindingsgedrag van PRISMAsync Print Server wijzigen

Standaard accepteert PRISMAsync Print Server hostverbindingen die niet zijn beveiligd met IPsec. U kunt dit standaardgedrag omkeren. U staat dan alleen hostcommunicatie toe die voldoet aan een of meer regels. In dat geval maakt u eerst een blokkeerregel om alle verbindingen met en zonder IPsec te weigeren. Met de andere regels die u maakt, bepaalt u welke hosts zijn geaccepteerd en onder welke voorwaarden de verbinding IPsec moet gebruiken.

IPsec-regel bewerken

Overlappende eindpunten

Wanneer er meerdere regels van toepassing zijn op dezelfde eindpunten, wordt het prioriteitsmechanisme van Windows van kracht. Dit houdt het volgende in:

  • De regel met de meest specifieke eindpuntbeschrijving wordt gebruikt. Een regel met één eindpunt krijgt bijvoorbeeld voorrang op een regel met een adresbereik.

  • Een beperkende regel krijgt voorrang op een ruime regel. Bij een beperkende regel wordt de verbinding verbroken wanneer de IPsec-onderhandeling mislukt. Bij een ruime regel kan voor de communicatie worden overgeschakeld naar een andere verbinding als de IPsec-onderhandeling mislukt.