Loading

Het gebruik van kleurvalidatietests opgeven

Dit onderwerp bevat de volgende instructies.

  1. Naar de kleurvalidatietests gaan

  2. De tolerantieniveaus van de vooraf gedefinieerde test voor profielnauwkeurigheid weergeven

  3. De tolerantieniveaus van een vooraf gedefinieerde FOGRA, GRACoL- of SWOP-kleurvalidatietest weergeven

  4. Een aangepaste kleurvalidatietest maken

  5. De opslag van CGATS-rapporten na een kleurvalidatietest inschakelen

  6. Het afdrukken van reinigingsvellen vóór de testgrafieken inschakelen

Evaluatietests kunnen verschillende kwaliteitsniveaus op basis van verschillende tolerantieniveaus voor de dezelfde meetgegevens bevatten.

U kunt de meetgegevens en tolerantieniveaus voor de vooraf gedefinieerde FOGRA-, GRACoL- en SWOP-kleurvalidatietests niet wijzigen. Ook de profielnauwkeurigheidstest bevat meetgegevens en tolerantieniveaus die kunnen niet worden bewerkt.

Naar de kleurvalidatietests gaan

  1. Open Settings Editor en ga naar: [Kleur]  → [Kleurvalidatie en -verificatie].

    [Kleurvalidatie en -verificatie] (tabblad)
    Beschikbare vooraf gedefinieerde kleurvalidatietests

De tolerantieniveaus van de vooraf gedefinieerde test voor profielnauwkeurigheid weergeven

  1. Selecteer [Profile accuracy test].

  2. Klik op [Bewerk].

  3. Klik op [OK].

De tolerantieniveaus van een vooraf gedefinieerde FOGRA, GRACoL- of SWOP-kleurvalidatietest weergeven

  1. Selecteer een van de vooraf gedefinieerde kleurvalidatietests.

  2. Klik op [Bewerk].

  3. Klik op OK.

Een aangepaste kleurvalidatietest maken

  1. Klik op [Toevoegen].

  2. Geef een naam en beschrijving op.

  3. Selecteer de doelkaart in de vervolgkeuzelijst [Kleurregelingsstrook].

  4. Geef op of u het CGATS-rapport wilt opslaan.

  5. Selecteer de eerste meetwaarde in de vervolgkeuzelijst [Kleurwaarde 1].

  6. Geef het tolerantieniveau (in ΔE) voor kwaliteitsniveau A in het veld [Drempelniveau A] op.

  7. Geef de andere meetwaarden en kwaliteitsniveaus op die u wilt toevoegen.

  8. Klik op [OK].

De opslag van CGATS-rapporten na een kleurvalidatietest inschakelen

  1. Klik op [Configureren].

  2. Gebruik de optie [Locatie van CGATS-rapporten] om de locatie van de CGATS-rapporten te selecteren.

    CGATS-rapporten worden opgeslagen op een SMB-share. De systeembeheerder kan SMB-shares configureren.

  3. Gebruik de optie [Reinigingsvellen afdrukken vóór testgrafieken] om het afdrukken van reinigingsvellen vóór de testgrafieken in te schakelen.

  4. Klik op [OK].

Het afdrukken van reinigingsvellen vóór de testgrafieken inschakelen

  1. Klik op [Configureren].

  2. Selecteer de locatie van de CGATS-rapporten.

  3. Schakel [Reinigingsvellen afdrukken vóór testgrafieken] in.

  4. Klik op [OK].