Opdrachtinstellingen worden doorgaans geconfigureerd tijdens de voorbereiding van opdrachten. U kunt besluiten om de instellingen van een afdrukopdracht te wijzigen nadat u de eerste set van een afdrukopdracht hebt gecontroleerd, na een proefafdruk of nadat u een opdrachtbon hebt afgedrukt. U kunt de instellingen extern wijzigen met PRISMAsync Remote Manager of lokaal op het bedieningspaneel.
Zie:
Informatie over opdrachtbeheer in de wachtrijen voor meer informatie over opdrachtbeheer.
Informatie over de afdrukopdrachtinstellingen voor meer informatie over instellingen voor afdrukopdrachten.
Paginaprogrammering gebruiken voor meer informatie over paginaprogrammering.
Voorbeeld van opdrachtinstellingen voor meer informatie over het voorbeeldvenster.