Loading

Opdrachten afdrukken

PRISMAsync biedt verschillende manieren om afdrukken te maken.

In dit onderwerp wordt het volgende beschreven:

  • Opdrachten afdrukken

  • Een opdracht direct afdrukken

  • Een opdracht na de actieve afdrukopdracht afdrukken

  • Een afgedrukte opdracht opnieuw afdrukken

Voordat u begint

Zie:

Opdrachten afdrukken

Met de functie Afdrukken worden een of meer opdrachten naar het einde van de lijst met geplande opdrachten verzonden. Daar worden ze afgedrukt volgens hun positie in de lijst. Afgedrukte geplande opdrachten komen terecht in de lijst met afgedrukte opdrachten. Afgedrukte DocBox-opdrachten blijven in de DocBox-map.

De afdrukfunctie in de lijst met wachtende opdrachten

U kunt opdrachten afdrukken vanaf de volgende locaties:

Functie

Geplande opdrachten

Wachtende opdrachten

DocBox

Afgedrukte opdrachten

[Afdrukken]

  1. Druk op [Opdrachten].

  2. Ga naar de locatie van de opdracht.

    • Al u een wachtende opdracht wilt afdrukken, drukt u op [Wachtrijen]  → [Wachtende opdrachten].

    • Als u een DocBox-opdracht wilt afdrukken, drukt u op [DocBox] en selecteert u de DocBox-map.

      Voer een pincode in als dat wordt gevraagd.

  3. Selecteer de opdrachten die u wilt afdrukken.

  4. Druk op [Afdrukken].

Een opdracht direct afdrukken

Met de functie Nu afdrukken worden een of meer opdrachten naar de eerste positie in de lijst met geplande opdrachten verzonden. De printer stopt de actieve afdrukopdracht nadat een set is voltooid.

De functie Nu afdrukken in de lijst met geplande opdrachten

U kunt opdrachten direct afdrukken vanaf de volgende locaties:

Functie

Geplande opdrachten

Wachtende opdrachten

DocBox

Afgedrukte opdrachten

[Nu afdrukken]

  1. Druk op [Opdrachten].

  2. Ga naar de locatie van de opdracht.

    • Als u een geplande opdracht direct wilt afdrukken, drukt u op [Wachtrijen]  → [Geplande opdrachten].

    • Als u een DocBox-opdracht direct wilt afdrukken, drukt u op [DocBox] en selecteert u de DocBox-map.

      Voer een pincode in als dat wordt gevraagd.

  3. Selecteer de opdrachten die u wilt afdrukken.

  4. Druk op [Nu afdrukken].

Een opdracht na de actieve afdrukopdracht afdrukken

Met de functie Naar boven worden een of meer opdrachten naar de tweede positie in de lijst met geplande opdrachten verzonden. De printer voltooit de actieve afdrukopdracht .

De functie Naar boven in de lijst met geplande opdrachten

U kunt een opdracht na de actieve afdrukopdracht afdrukken vanuit de volgende locaties:

Functie

Geplande opdrachten

Wachtende opdrachten

DocBox

Afgedrukte opdrachten

[Bovenaan zetten]

  1. Druk op [Opdrachten].

  2. Druk op [Wachtrijen]  → [Geplande opdrachten].

  3. Selecteer de opdrachten die u wilt afdrukken na de actieve afdrukopdracht.

  4. Druk op [Bovenaan zetten].

Een afgedrukte opdracht opnieuw afdrukken

Als u een afgedrukte opdracht opnieuw wilt afdrukken, moet u de afgedrukte opdracht eerst kopiëren. Vervolgens kunt u de opdrachten zo nodig wijzigen en afdrukken.

De kopieerfuncties in de lijst met afgedrukte opdrachten

U kunt een afgedrukte opdracht opnieuw afdrukken vanuit de volgende locaties:

Functie

Geplande opdrachten

Wachtende opdrachten

DocBox

Afgedrukte opdrachten

[Kopiëren naar wachtende opdrachten]

[Kopiëren naar DocBox]

  1. Druk op [Opdrachten]  → [Afgedrukte opdrachten].

  2. Selecteer de opdrachten die u opnieuw wilt afdrukken.

  3. Druk op [Kopiëren naar wachtende opdrachten] of [Kopiëren naar DocBox].

  4. Ga naar de locatie van de gekopieerde opdrachten.

  5. Selecteer de opdracht die u opnieuw wilt afdrukken.

  6. Wijzig de opdracht zo nodig.

  7. Druk op [Afdrukken].