De materiaalcatalogus vormt de ruggengraat van de workflow op basis van materiaal. De materiaalcatalogus bevat het materiaal dat door de printer wordt ondersteund.
De prepress-medewerkers selecteren het materiaal voor de opdracht uit de materiaalcatalogus. Op het bedieningspaneel ziet de operator welk materiaal nodig is voor de opdracht.
Workflow op basis van materiaalTijdens de eerste configuratie van de printer wordt de materiaalcatalogus gevuld met materialen en materiaalkenmerken. Materiaal hoort bij een materiaalfamilie. Een materiaalfamilie bestaat uit een groep materialen met dezelfde specificaties voor afdrukkwaliteit en die gebruikmaken van hetzelfde uitvoerprofiel voor kleuren. (Informatie over de workflow op basis van kleur)
Wanneer u met de materiaalcatalogus werkt, profiteert u van de volgende voordelen:
Bij het materiaal in de materiaalcatalogus zijn kenmerken voor de afdrukkwaliteit opgeslagen die in het hele afdruksysteem worden gebruikt. Elke keer dat u het materiaal in de materiaalcatalogus selecteert, worden automatisch dezelfde kwaliteitsinstellingen voor het afdrukken toegepast.
Op het bedieningspaneel ziet de operator welk materiaal moet worden geplaatst.
Het bedieningspaneel, Remote Printer Driver en de PRISMA-software hebben toegang tot dezelfde materiaalcatalogus.
U kunt de materiaalcatalogus ook gebruiken voor kopieeropdrachten.
U kunt een materiaalcatalogus van een andere PRISMAsync Print Server importeren.
U definieert de materiaalkenmerken op het bedieningspaneel of in de Settings Editor. (Informatie over interactieve schermen)
De systeembeheerder bepaalt of operators de materiaalcatalogus mogen beheren via het bedieningspaneel.
Het materiaal is van grote invloed op de beeldkwaliteit en de productiviteit van de printer. De prestaties van een printer, de afdrukkwaliteit en het verbruik van verbruiksmaterialen zijn afhankelijk van diverse factoren, zoals:
Type materiaal
Gewicht materiaal
Oppervlak
Vochtgehalte
Gladheid
Voor optimale uitvoerkwaliteit en prestaties, moet het materiaal voldoen aan de papierspecificaties van uw printer. Bewaar het materiaal in een droge omgeving, weg van direct zonlicht. Voordat u het materiaal in de papierladen plaatst, is het belangrijk om de materiaalbladen te controleren.
U kunt materiaal toewijzen dat niet in de materiaalcatalogus is opgenomen. Wanneer de opdracht op deze tijdelijke materialen wordt afgedrukt, vindt u het tijdelijke materiaal in het materiaalgedeelte van de systeemweergave op het bedieningspaneel. Voor een optimale afdrukkwaliteit wordt u geadviseerd het tijdelijke materiaal met alle belangrijke materiaalkenmerken toe te voegen aan de materiaalcatalogus.
Het tijdelijke materiaal blijft beschikbaar in de systeemweergave zolang er opdrachten in de wachtrij staan die dit tijdelijke materiaal gebruiken of zolang dit tijdelijke materiaal is toegewezen aan een papierlade.