Klik op [Printerinstellingen] en selecteer een beschikbare printer. Klik op [Bewerken] en selecteer het tabblad [Voorkeuren].
Geef op welke voorkeursinstellingen voor afdrukken u wilt gebruiken:
[Laat Windows de voorkeuren voor afdrukken instellen]
De standaardinstellingen voor deze printer wordt gebruikt. Deze instellingen worden opgeslagen in het Windows-systeem.
[De toepassing de voorkeursinstellingen voor afdrukken laten instellen]
Klik op de knop [Voorkeuren bewerken]. Het printerstuurprogramma wordt geopend. U kunt de afdrukvoorkeuren voor deze printer opgeven.
Klik op de knop [Beginwaarden voorkeuren herstellen] om de voorkeursinstellingen voor afdrukken te herstellen. Nu worden de standaardvoorkeursinstellingen voor afdrukken gebruikt.
[De knop voor stuurprogramma-instellingen inschakelen]
Het dialoogvenster [Voorkeuren voor afdrukken] van een printer kan opties bieden die niet beschikbaar zijn in de werkruimte [Productie]. Het dialoogvenster [Voorkeuren voor afdrukken] van een kleurenprinter kan bijvoorbeeld kleurinstellingen bieden die niet worden ondersteund door PRISMAprepare.
Resultaat: Er wordt een knop toegevoegd naast het printerstuurprogramma in de werkruimte [Productie]. De knop biedt toegang tot het dialoogvenster [Voorkeuren voor afdrukken] van de printer. De knop wordt niet toegevoegd als de werkruimte [Productie] al alle instellingen van de printer biedt.
De printeruitvoer kan worden verpest als het dialoogvenster [Voorkeuren voor afdrukken] instellingen bevat die een conflict veroorzaken met de instellingen van het paginaprogramma. Opties als [Same-up], [Boekje], paginaprogramma's in het stuurprogramma en [Aantal sets] kunnen problemen opleveren. Instellingen voor rasteren en afwerking zijn meestal veilig.
[Accounting inschakelen]
Wanneer deze optie wordt ingeschakeld, wordt het tabblad [Accounting] beschikbaar in de werkruimte [Productie].
[Maximumaantal vellen per opdracht voor documenten met variabele data]
Een afdrukopdracht voor documenten met variabele gegevens kan zeer groot zijn. U kunt een maximum aantal vellen per opdracht instellen om de grootte van een afdrukopdracht te beperken. De grote afdrukopdracht wordt nu opgesplitst in een aantal kleinere afdrukopdrachten. De kleinere afdrukopdrachten bevatten niet meer dan het opgegeven maximum aantal vellen.
De minimumwaarde voor deze instelling is 400 vellen.
Een afdrukopdracht kan bijvoorbeeld uit 4000 documenten met variabele gegevens bestaan. Elk document met variabele gegevens bevat tien pagina's die op vijf vellen worden afgedrukt. U stelt een maximum van 400 vellen in. In plaats van één grote afdrukopdracht worden er nu vijftig kleinere afdrukopdrachten naar de printer verzonden.
[Websites voor de printer:]
U kunt een of meer URL's toevoegen aan het tekstveld. De notatie voor een URL is http://<website> of https://<website>.
PRISMAsync Remote Manager
Als u een nieuwe PRISMAsync Print Server-printer toevoegt, wordt de URL van PRISMAsync Remote Manager automatisch aan de beschikbare websites voor de printer toegevoegd.
De URL van PRISMAsync Remote Manager wordt niet automatisch toegevoegd voor printers die al beschikbaar zijn.
Klik op de lijst met beschikbare printers in de werkruimte [Productie]. Klik op het tandwielpictogram om een beschikbare website te selecteren.
Klik op [OK].