Loading

Instellingen voor PRISMAguide XL Engine ProCut configureren

Inleiding

De instellingen voor de verbinding met de ProCut Server configureren.

Voordat u begint

  • PRISMAguide XL Connector moet zijn geïnstalleerd en geconfigureerd. Zie De PRISMAguide XL Connector installeren voor meer details.

  • PRISMAguide XL Engine 2.1 (of hoger) en ProCut Server moeten zijn geïnstalleerd.

Een hot folder voor automatisch nesten configureren in PRISMAguide XL Engine

  1. PRISMAguide XL Engine openen

  2. Klik op [Menu] en ga naar [Instellingen]

  3. De instellingen opgeven in de sectie ProCut

    1. [Host/IP] (kies IP waar PRISMAguide XL Connector is geïnstalleerd)

    2. [Poort] (Kies de poort die is opgegeven in PRISMAguide XL Connector)

    3. Uitchecken: [Automatisch afdrukken]. Alle opdrachten van ProCut zullen automatisch worden afgedrukt.

    Wanneer IP-adres en poort correct zijn, zal de status veranderen in [Gereed].

  4. Klik op [Terug naar actieve opdrachten] om [Instellingen] te sluiten.

Optioneel: Een hot folder toevoegen voor automatisch nesten

  1. Klik op [Menu] en ga naar [Instellingen]

  2. Klik op [Nieuwe hot folder toevoegen] in de sectie Hot folders

  3. De instellingen voor de hot folder opgeven

    1. Het pad toevoegen aan de hot folder

    2. Selecteer het recept uit de vervolgkeuzelijst.

      Gebruik een recept dat compatibel is met ProCut verzending. Het moet een toegewezen snijpad met het recept bevatten.

    3. In [Automatisch versturen] selecteert u ProCut

    4. Selecteer de ProCut automatisering voor automatisch nesten.

      Zie Optioneel: Een nest-automatisering configureren.

  4. Klik op Opslaan

    Wanneer Instellingen correct zijn, zal de status veranderen in gereed.

  5. Klik op [Terug naar actieve opdrachten] om [Instellingen] te sluiten.