Problemen met de printer of met de opdrachtverwerking.
Hieronder vindt u een overzicht van oplossingen voor problemen die kunnen optreden.
Probleem |
Oplossing |
---|---|
Papierstoring |
Volg de instructies op het bedieningspaneel. Nadat u een papierstoring hebt opgelost, wordt het afdrukken hervat vanaf de set waarin de storing is opgetreden. Controleer op dubbele afdrukken. |
Apparaatfout |
Volg de instructies op het bedieningspaneel. Op het bedieningspaneel wordt weergegeven of de printer opnieuw moet worden opgestart. |
Service vereist |
Volg de instructies op het bedieningspaneel. Op het bedieningspaneel wordt aangegeven of u contact moet opnemen met uw serviceorganisatie. |
Apparaat herstellen |
Volg de instructies op het bedieningspaneel. Nadat u het probleem hebt opgelost, wordt het afdrukken hervat vanaf de set waarin het probleem is opgetreden. Op het bedieningspaneel kan worden weergegeven dat u vellen moet verwijderen. |
De printer kan niet bepalen of de uitvoer voltooid is. |
Volg de instructies op het bedieningspaneel en controleer de uitvoer. U moet bevestigen dat de afgedrukte uitvoer voltooid is. |
Afgedrukte uitvoer of originelen hebben strepen of vlekken. |
Voer een procedure uit om onderdelen van het apparaat te reinigen. (Reinigingstaken en -procedures) Voor sommige procedures moet u over de juiste rechten beschikken om onderhoudstaken uit te voeren. |
Een papierlade gaat niet open. |
Controleer of alle papierladen goed zijn gesloten. |
Afgedrukt materiaal is gekruld. |
Voer de correctieprocedure voor gekruld uitvoermateriaal uit. (Gekruld uitvoermateriaal corrigeren) |
Beelden op de afgedrukte uitvoer zijn niet correct uitgelijnd. |
Een materiaalregistratie uitvoeren. (De materiaalregistratie aanpassen) |
Beelden op de afgedrukte uitvoer zijn scheef of iets gedraaid. |
Voer de correctieprocedure voor scheve en gedraaide afbeeldingen uit. (De materiaalregistratie aanpassen) |
Vergelijkbare kleuren van tekst en kleurvlakken in het brondocument wijken af op de afgedrukte uitvoer. |
Voer een materiaalkalibratie voor alle rasters uit. (Een materiaalfamilie kalibreren) |
Vergelijkbare kleuren in het brondocument wijken af op verschillende materialen. |
Wanneer het verschillende materiaal afkomstig is uit twee materiaalfamilies, dient u beide materiaalfamilies te kalibreren. (Een materiaalfamilie kalibreren) Wanneer het verschillende materiaal afkomstig is uit één materiaalfamilie, maakt u een nieuwe materiaalfamilie met nieuwe uitvoerprofielen en kalibreert u de nieuwe materiaalfamilie. (Een materiaalfamilie kalibreren) |
CMYK-kleuren zijn niet goed uitgelijnd. |
Voer de procedure voor automatische kleurcorrectie uit. (Automatische kleurcorrectie) |
Afgedrukte uitvoer heeft witte hiaten tussen kleurvlakken. |
U kunt nieuwe voorinstellingen voor trapping maken. (Een voorinstelling voor trapping maken) |
De dichtheid is ongelijkmatig. |
|
Er is een gradatieprobleem: Automatische gradatieaanpassing levert rare resultaten op. Automatische gradatieaanpassing werkt niet. |
|
Temperatuur of luchtvochtigheid verandert sterk in de afdrukomgeving. |
Voer de standaardprocedure of de professionele procedure voor automatische aanpassing van gradaties uit. (Informatie over kalibratie) |
Kleurvlakken zijn ongelijkmatig. |
De procedure voor schaduwcorrectie zorgt ervoor dat kleurvlakken in de uitvoer consistent en gelijkmatig zijn. (Informatie over kalibratie) |
Lichte afwijkingen in kleurtinten na verloop van tijd. |
Wanneer de lichte kleurafwijkingen niet kunnen worden gecorrigeerd met een printerkalibratie en materiaalfamiliekalibratie, kunt u de functie ACCT (Automatische correctie van kleurtinten) gebruiken. (De kleurtinten corrigeren met de functie ACCT) Wanneer de afwijkingen in kleurtinten ook niet kunnen worden opgelost met de functie ACCT (Automatische correctie van kleurtinten), neemt u contact op met uw serviceorganisatie. |
Moirépatronen op de afgedrukte uitvoer. |
Wijzig de instelling voor het vloeiend maken van het beeld. (Informatie over de afdrukopdrachtinstellingen) |