Loading

De gebruikers beheren

In het dialoogvenster [Gebruikersinstellingen] worden alle beschikbare gebruikers weergegeven. De waarden in de kolom [Gebruikerstype] worden automatisch ingevuld. Deze waarden zijn afhankelijk van de gemaakte gebruikers. Alle gebruikers die zich bij de toepassing aanmelden met een LDAP-gebruikersnaam en -wachtwoord, worden automatisch gegenereerd. [Gebruikerstype] wordt:

  • [Windows-gebruiker] voor een automatisch gemaakte gebruiker die wordt geverifieerd via Windows-verificatie.

  • [LDAP-gebruiker] voor een automatisch gemaakte gebruiker die wordt geverifieerd via aangepaste verificatie.

  • [Webgebruiker] voor gebruikers die zijn gemaakt in dit dialoogvenster.

  • [Webgebruiker] voor zelfgeregistreerde gebruikers met een actieve account. Zie Zelf geregistreerde gebruikers activeren voor meer informatie.

Aanvullende acties

Omschrijving

Weergeven hoe een gebruikersaccount wordt gemaakt

Klik op [Gebruikersbeheer] - [Gebruikers] - [Gebruikersinstellingen]. Zie de kolom [Registratiemethode]:

  • [Zelfregistratie]

    De klant heeft een gebruikersaccount gemaakt door middel van zelfregistratie.

  • [CAS]

    De klant heeft een gebruikersaccount gemaakt via een CAS-server.

  • [ADFS]

    De klant heeft een gebruikersaccount gemaakt via een ADFS-server.

  • <Geen waarde>

    De gebruikersaccount wordt beheerd door een LDAP-server of de gebruikersaccount is gemaakt in PRISMAdirect.

  1. Klik op [Gebruikersbeheer] - [Gebruikers] - [Gebruikersinstellingen].

  2. Klik op het pictogram van het plusteken (+) om een gebruiker toe te voegen.

    Klik op het potloodpictogram om de gebruiker te bewerken.

  3. Geef de gebruikersnaam op. De gebruikersnaam moet uniek zijn. De volgende tekens mogen niet in een gebruikersnaam worden gebruikt: @";:<>|?/\*[],=+

    De [Gebruikersnaam] kan niet gewijzigd worden, wanneer u de gebruiker bewerkt.

  4. Geef de [Rol] van de gebruiker op.

    • [Services]

      De gebruikers in de groep [Services] hebben het meeste rechten. Deze gebruikers hebben toegang tot:

      • [Orderverwerking]. Zowel [Orderweergave] als [Opdrachtweergave].

      • [Product- en order-editor]

      • [Webshop-editor]

      • [Thema-editor]

      • [Configuratie]

      • [Rapporteren]

      • Webshops

    • [Orderbeheerders]

      De gebruikers in de groep [Orderbeheerders] hebben toegang tot:

      • [Orderverwerking]. Zowel [Orderweergave] als [Opdrachtweergave].

      • [Product- en order-editor]

    • [Operators]

      De gebruikers in de groep [Operators] hebben toegang tot [Opdrachtweergave] van [Orderverwerking].

    • [Klanten]

      De gebruikers in de groep [Klanten] hebben toegang tot de webshops.

  5. Definieer het [Wachtwoord] voor deze gebruiker. U kunt ook het bestaande wachtwoord van een gebruiker wijzigen. Het wachtwoord kan niet gelijk zijn aan de gebruikersnaam. Pas de volgende regels toe om een sterk wachtwoord te definiëren:

    • Het wachtwoord moet minimaal uit 8 tekens bestaan.

    • Het wachtwoord moet zowel hoofdletters als kleine letters bevatten.

    • Het wachtwoord moet minimaal één cijfer bevatten.

    • Het wachtwoord kan niet gelijk zijn aan de gebruikersnaam.

    Bevestig het wachtwoord.

    Klik op [Wachtwoord herstellen] om het bestaande wachtwoord van een gebruiker te wijzigen.

  6. U kunt een gebruiker aan één of meerdere gebruikersgroepen toevoegen. U kunt echter geen gebruikers toevoegen aan gebruikersgroepen die worden beheerd door een LDAP-server. Gebruikersgroepen die worden beheerd door een LDAP-server worden grijs weergegeven.

    Als een gebruiker is toegevoegd aan meerdere gebruikersgroepen:

    • U moet een standaardgebruikersgroep voor de gebruiker selecteren. Het budget van de standaard gebruikersgroep wordt voor deze gebruiker gebruikt.

    • U hebt een rol toegewezen aan elke gebruikersgroep. Aan elke rol zijn rechten gekoppeld. De rechten voor de gebruikersgroepen zijn samengevoegd voor de gebruiker.

  7. [Alleen het gebruik van door de systeembeheerder gemaakte filters toestaan]

    U kunt configureren of orderbeheerders en operators hun eigen filters in de console [Orderverwerking] mogen maken.

    • Ingeschakeld

      De orderbeheerder en operator kunnen geen filters maken. Ze kunnen alleen de filters gebruiken die zijn gemaakt door de systeembeheerder.

    • Uitgeschakeld

      De orderbeheerder en operator kunnen filters maken in de werkruimte [Orderverwerking].

    Deze optie is niet beschikbaar voor gebruikers met de volgende rol: [Klanten].

  8. Klik op [Opslaan].