Voor elke opdracht die wordt afgerond, wordt een nieuwe record toegevoegd aan het accountinglogbestand. U kunt dit bestand downloaden via de Settings Editor om de eigenschappen en tellers voor uw opdracht te controleren.
Een opdracht wordt als voltooid beschouwd als deze met succes is afgerond, is geannuleerd of is verwijderd.
Er is één actief accountinglogbestand (.ACL). Het actieve accountinglogbestand begint om 00:00 uur en is één dag actief. Daarna wordt het bestand inactief.
Er kan sprake zijn van meerdere inactieve accountinglogbestanden (.CSV). De inactieve accountinglogbestanden zijn voltooide bestanden. Voor inactieve accountinglogbestanden geldt een maximum van 99 bestanden. Als er daarna meer bestanden bijkomen, worden de oudste bestanden verwijderd.
Er wordt een venster geopend met daarin één of meerdere logbestanden.
Veld |
Beschrijving |
---|---|
documentid |
De opdracht-ID die door de RIP wordt gespecificeerd. Ook als een opdracht meerdere keren wordt afgedrukt, blijft de ID hetzelfde. |
jobid |
Unieke opdracht-ID die wordt gegenereerd door de controller telkens wanneer er een nieuwe opdracht wordt aangemaakt. OPMERKING
Bij herinstallatie van de controller, een softwarefout of stroomuitval kan het gebeuren dat een ID niet uniek is. |
jobtype |
De waarde AP (automatische printopdrachten) wordt gebruikt voor alle opdrachten van de RIP, dus de waarde is altijd AP. |
jobname |
De naam van de opdracht zoals gespecificeerd in de RIP. |
printmode |
De naam van de afdrukmodus die in de opdracht is gebruikt. |
startdate |
<jjjj><mm><dd> De datum waarop de printer begint met afdrukken van de opdracht. |
starttime |
<uu>:<min>:<ss> De tijd waarop de printer begint met afdrukken van de opdracht. |
activetime |
<num>:<min>:<ss> De totale tijd dat de opdracht actief is en bezig is met afdrukken. Autonome onderhoudsacties worden in deze tijd opgenomen. De tijd die nodig is voor het opwarmen voordat de printer gereed is en de tijd waarbinnen gewacht wordt op ingrijpen van de operator (bijv. om een storing op te lossen) worden niet in de tijd opgenomen. Tijd in uren, minuten, seconden, waarbij het aantal uren de 24 kan overschrijden. |
idletime |
<num>:<min>:<ss> De totale tijd binnen een actieve opdracht waarbij op ingrijpen van een operator wordt gewacht, bijvoorbeeld om een storing op te lossen of materiaal te laden. Tijd in uren, minuten, seconden, waarbij het aantal uren de 24 kan overschrijden. |
readydate |
<jjjj><mm><dd> De datum waarop een opdracht met succes is voltooid, geannuleerd of verwijderd. |
readytime |
<uu>:<min>:<ss> De tijd waarop een opdracht met succes is voltooid, geannuleerd of verwijderd. |
accountid |
Dit veld is altijd leeg. |
noffinishedsets |
<num> Het aantal keren dat de bitmap, zoals ontvangen door de RIP, is afgedrukt. OPMERKING
Aangezien de gebruiker een opdracht kan annuleren of verwijderen, kan dit aantal lager zijn dan de waarde voor 'copiesrequested'. |
result |
'Done', 'Abrt', 'Stop', 'Deleted'. De status van de opdracht bij afronding.
|
receptiondate |
<jjjj><mm><dd> De datum waarop de printercontroller de opdracht volledig heeft ontvangen van de RIP. |
receptiontime |
<uu>:<min>:<ss> De tijd waarop de printercontroller de opdracht volledig heeft ontvangen van de RIP. |
operatornote |
In de RIP opgegeven notities. |
copies requested |
<num> Het aantal door de RIP gevraagde exemplaren. |
mediatypeid |
De materiaalsoort-ID die in de RIP is opgegeven en die gebruikt wordt om aan de printer door te geven welk materiaal er moet worden gebruikt. |
mediatype |
De naam van de materiaalsoort die op het bedieningspaneel wordt weergegeven. |
mediawidth |
<num> in 0,1 mm (0.004 inch). De breedte van het materiaal waarop de opdracht wordt afgedrukt. |
media lengthused |
<num> in 0,1 mm (0.004 inch). De lengte van het materiaal dat wordt gebruikt voor de opdracht. Materiaal dat wordt gebruikt voor kalibratie of onderhoudswerkzaamheden wordt niet meegeteld. |
printedarea |
<num> in 1 mm² (0.004 inch²). Het materiaalgebied dat door beelden wordt bedekt. Dit omvat witte pixels; eventuele lege ruimte rond de beelden wordt niet meegeteld. OPMERKING
Wanneer de RIP beelden nest, wordt de lege ruimte beschouwd als onderdeel van het beeld en dus meegeteld voor de 'printedarea'. |
inkcolorcyan |
<num> in hoeveelheden van 1 ul. De totale gebruikte hoeveelheid cyaan inkt. |
inkcolor magenta |
<num> in hoeveelheden van 1 ul. De totale gebruikte hoeveelheid magenta inkt. |
inkcolor yellow |
<num> in hoeveelheden van 1 ul. De totale gebruikte hoeveelheid gele inkt. |
inkcolor black |
<num> in hoeveelheden van 1 ul. De totale gebruikte hoeveelheid zwarte inkt. |