Loading

De instellingen voor scannen naar SMB configureren

Inleiding

Als u de functie voor scannen naar SMB wilt gebruiken, moet de systeembeheerder deze functie in Settings Editor inschakelen op de PRISMAsync-controller ([Configuratie] -> [Connectiviteit] ). De systeembeheerder moet SMB-shares toevoegen ([Workflow] -> [SMB-shares] ). Het maximum aantal SMB-shares is 3. Indien nodig kan de systeembeheerder SMB-mappen toevoegen aan een share. Er wordt een scanopdracht verzonden naar de geselecteerde SMB-share of -map.

De instellingen voor scannen naar SMB configureren

In de onderstaande tabel worden de instellingen beschreven die de systeembeheerder moet configureren in Settings Editor.

Tabel 1. Instellingen voor scannen naar SMB in Settings Editor

Instelling

Omschrijving

[Gebruik van de scanfunctie] in [Configuratie]  → [Connectiviteit]  → [Scannen naar bestand] inschakelen

[Gebruik van de scanfunctie]

Deze optie moet zijn ingesteld op [Ingeschakeld].

SMB-shares toevoegen in [Workflow] -> [SMB-shares]

[Naam]

De naam van de SMB-share.

[Beschrijving]

De beschrijving van de SMB-share.

[Netwerkbestemming]

Kies [Domein] of [Werkgroep].

[Domeinnaam]

Naam van het domein.

[Gebruikersnaam]

De gebruikersnaam die wordt gebruikt om toegang tot de SMB-server te krijgen wanneer scanopdrachten worden verzonden.

[Wachtwoord]

Het wachtwoord dat hoort bij de gebruikersnaam.

[Pad]

De map op de SMB-server waarnaar de scanopdrachten worden verzonden.