Loading

Het gebruik van NFC-smartcards configureren

Dit onderwerp bevat de volgende instructies.

  • 1. Het PRISMAsync Print Server-domein configureren

  • 2. De domeingebruikersgroepen toevoegen waartoe de gebruikers van NFC-smartcards behoren

  • 3. De smartcardlezer aansluiten

  • 4. Het gebruik van NFC-kaarten configureren

Voer de procedures uit in de volgorde waarin ze worden weergegeven.

1. Het PRISMAsync Print Server-domein configureren

U begint met het maken van PRISMAsync Print Server-domeinen die verwijzen naar de LDAP-domeinen waar de gebruikersaccounts van NFC-smartcards zijn opgeslagen.

  1. Open de Settings Editor en ga naar: [Configuratie]  → [Domeinen].

    [Domeinen] (tabblad)
  2. Voeg het domein toe.

  3. Geef de juiste tekenreeks op in het veld [Zoekfilter voor gebruikerscode van NFC-smartcards].

    De tekenreeks moet verwijzen naar de eigenschap die de UID (user identifier) op de LDAP-directoryserver bevat.

    Zoekfilter

    Voorbeeld:

    In dit voorbeeld van Windows Server Active Directory is de UID (user identifier) van de smartcard opgeslagen in het veld Office.

    Windows Server Active Directory
  4. Selecteer [Aangepast] bij [LDAP-verbinding].

    Geef vervolgens de aanmeldingsreferenties voor LDAP op: [LDAP-gebruikersnaam] en [LDAP-wachtwoord]. Afhankelijk van de waarde van de optie [Suffix voor gebruikersnaam], wordt de gebruikersnaam automatisch uitgebreid met de FQDN-naam (Fully Qualified Domain Name; volledig gekwalificeerde domeinnaam) of de suffix voor de gebruikersnaam.

    LDAP-machtiging

2. De domeingebruikersgroepen toevoegen waartoe de gebruikers van NFC-smartcards behoren

U voegt PRISMAsync Print Server-domeingebruikersgroepen toe die verwijzen naar de LDAP-gebruikersgroepen waartoe de accounts van gebruikers van NFC-smartcards behoren.

Domeingroepen toevoegen
  1. Voeg de domeingebruikersgroepen toe waartoe de gebruikers van NFC-smartcards behoren.

  2. Selecteer [Persoonlijke gebruikersnaam] bij [LDAP-verbinding].

  3. Geef de aanmeldingsreferenties voor LDAP op in de velden [Principal-naam van gebruiker] en [LDAP-wachtwoord].

    Afhankelijk van de waarde van de optie [Suffix voor gebruikersnaam], wordt de gebruikersnaam automatisch uitgebreid met de FQDN-naam (Fully Qualified Domain Name; volledig gekwalificeerde domeinnaam) of de suffix voor de gebruikersnaam.

3. De smartcardlezer aansluiten

De NFC-smartcardconfiguratie bestaat uit een verzameling opties en een test om de configuratie te controleren. Bevestig hiervoor een smartcardlezer en gebruik een NFC-smartcard.

Sluit de lezer aan op een beschikbare USB-poort aan de achterzijde van de PRISMAsync Print Server.

4. Het gebruik van NFC-kaarten configureren

  1. Open de Settings Editor en ga naar: [Configuratie]  → [Gebruikers].

    [Gebruikers] (tabblad)
  2. Klik op [NFC-smartcards configureren].

    Optie [NFC-smartcards configureren]
  3. Gebruik de functie [NFC-smartcards gebruiken voor aanmelden] om het gebruik van NFC-smartcards in te schakelen.

    [NFC-smartcards configureren] -opties
  4. Gebruik de optie [Pincode of wachtwoord van smartcard controleren] om de verificatie op te nemen van een wachtwoord dat verwijst naar het LDAP-wachtwoord van de gebruiker.

  5. Gebruik de optie [Notatie van gebruikerscode] om op te geven hoe de UID (user identifier) wordt weergegeven in de LDAP-gebruikersgegevens.

  6. Klik op [OK] of ga door met de test om de smartcardconfiguratie te controleren.